Woordeloos in de schaduw
PSALM 4631
In mijn nood roep ik
niet en tot niemand, ik zwijg; wie na zoveel
zand erover nog leeft, heeft het schreeuwen
verleerd. Laat de eik maar kreunen
en klagen, om blad dat voortijdig
te gronde, de tak van zijn stam
afgerukt, laat mij woordeloos
staan in zijn schaduw. Laat
mijn zwijgen niet klein en gebukt
zijn maar waardig hoog
en breed als de kroon van de boom
nu zijn wortels en stilte zich
hechten aan hem en alle gebed
wordt gesmoord in de aarde.
© Hester Knibbe
Uit: Hester Knibbe Verstoorde grond, Baarn, De Prom, 2002
Geen opmerkingen:
Een reactie posten