donderdag 19 maart 2009
Tuin, zonder huis
DE REIS VOORGOED
(El viaje definitivo)
...En ik zal gaan. Maar de vogels zullen toch zingen blijven
en mijn tuin met zijn groene boom zal blijven,
en met zijn blanke put.
Alle avonde' in blauwe en stille lucht,
zullen ze kleppen, zoals ze thans kleppen,
de torenklokken.
Sterven zullen zij, die mij minden,
en 't dorp zal nieuw zijn met ieder jaar.
In die bloeiende, broeiende hoek van mijn tuin
zal mijn geest verlangende dwalen.
En ik zal gaan; eenzaam zijn, zonder huis,
zonder groene boom, zonder blanke put,
zonder blauwe en stille lucht...
En de vogels zullen toch zingen blijven.
© Juan Ramón Jiménez
Uit: Juan Ramón Jiménez (1881-1958) - vertaald uit het Spaans door Albert Helman.
Oorspr. in De put der zuchten - oude en nieuwe Spaanse dichtkunst, Arnhem/Amsterdam, Van Loghum Slaterus-Plus Ultra (1941).
Hier uit: 500 Gedichten die iedereen gelezen moet hebben - de canon van de Europese poëzie, samenst. Ilja Leonard Pfeijffer & Gert Jan de Vries. Amsterdam, Meulenhoff, 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten