dinsdag 3 maart 2009

Wat ik nog ben


NU


nu moeten wij aan veel meer traagheid wennen,
aan liefde die verdween en aan wat nog resteert
aan teerheid in wat najaarslucht en geur van dennen
en aan hoe-het-kon-zijn-gedachten die je nooit verleert.

aan bijna-niets, en aan voortdurend vier dezelfde muren
en aan een belsignaal dat nooit weerklinkt,
aan twintig keer per dag door ramen naar de verte turen
en altijd jezelf met wie je 's avonds drinkt.

en wat ik overhou is niets om weg te geven:
wat ik nog ben, ben ik alleen voor mij.


Herman de Coninck


In: Herman de Coninck De gedichten. Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 6e dr. 2000

Geen opmerkingen:

Een reactie posten