Ruil
We zaten aan tafel, we spraken tot
het blad vol lag. Uit je mond vloog
nog een verschrikte vogel.
"Laten we onze ogen ruilen" en
we ruilden. De jouwe zaten me
krap in de kas. Jij vond de mijne
te licht.
Ik schoof op mijn stoel heen en weer.
Ik groeide en groeide. De kamer ging knellen
als een gebrek.
In het geheugen van onze vingers
stond hoe ze haken, strengelen
strelen konden. Het tafelblad
droeg onze handen niet langer
en brak.
Vogels vlogen uit armen en borst.
Ze streken rond ons neer. Ze kijken.
MARCO NIJMEIJER
Uit: Marco Nijmeijer Een bed van boomkruinen en vogels - Haarlem, Windroos/Holland, 2007.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten