vrijdag 22 januari 2010
Mijnen in Friesland
DRUK
Zorgvuldig wordt papier verplaatst,
van stoel naar tafel naar bank.
Planten krijgen soep en rijst, nog
warm, vuile lakens terug οp bed.
Eerst Maastricht, dan Middelburg,
οf andersom, toen ik uit huis ging,
de oorlog, Delft, waar ik later, nee,
dat was Bussum οf Zutphen, of?
Uren gevuld met recοnstructie,
ieder antwoord direct verloren.
Mijnen in Friesland, schaatsen
in Limburg. De afwas in haar tas.
*
NAAM
Ik zie hoe ze mij negeert, nauwlettend
vanuit ooghoeken volgt, zich afvraagt
wat οf waarom die man in haar huis.
Toch vraagt ze niet wie ik ben, waarom
ik kasten open, jassen lucht, ongevraagd
post opruim, schoonmaak, thee zet.
Ben ik een dokter, een klusjesman, een
zoon misschien? Ze spreekt me aan met u,
je weet maar nooit, en glimlacht beleefd.
Ik speel mee, alstublieft mevrouw, uw thee
en schrik als ze vraagt wie dat is, die foto,
die vrouw met een kind οp de arm.
*
BUURTSUPER
Jas aan, tas mee, lift in, deur door,
straat over, daar is de supermarkt.
Mandje, kar, heb jij de lijst? Brood,
koffie, melk en kaas, niet meer.
Ze loopt door de gangen, staat stil,
kijkt rond en zegt: wat doen we hier?
Brood en melk, zeg ik, anders nog?
Koekjes, toetjes, fruit misschien?
Ze pakt de kar en stuk voor stuk
keert alles in het vak terug. Zo,
dat is klaar. Jij nog iets?
Peter Swanborn
Drie gedichten uit:
Peter Swanborn Tot ook ik verwaai,
Amsterdam, Podium, 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten