woensdag 5 mei 2010

Aan land


HET KIND UIT VIJFENVEERTIG



Mijn vader had twee levens. Eén
kort en vlammend, zonder mij. En één
daarna. Mijn vrijheid was een plicht.
Ik speelde in een pasgeboren luwte;
wat ik voor vol aanzag was innerlijk
ontwricht. Verhalen gingen onvoorspelbaar

dicht en vragen ketsten terug. Ik zweeg.
Als ik aan tafel zat stond er een horde
hol van honger in mijn rug. Ik at.

Hij nam een boot. Geen vijand kan
op open water schuilen. Mijn vader
klemde in zijn vuisten schoot en roer.

Gevangen in een cel van hout dwong
hij de vrede af. Hij vocht met storm.
Opluchting dreigde als een tweede dood.

Mijn vader had twee levens: één
sloeg zijn brandmerk in het ander
en het ander joeg een schaduw over mij.

Ik ging aan land, ik voel de wind
en in die schaduw ben ik vrij.


© Anna Enquist


Gedicht uit 1995, met dank aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei, in:
De verleden tijd van vrede, dichters over 4 en 5 mei. Amsterdam, Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) & Nationaal Comité 4 en 5 mei (2005)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten