woensdag 12 mei 2010
Hevig voorjaar
VROEG DAALT DE AVOND OVER DE GEVANGENIS
Vroeg daalt de avond over de gevangenis.
Zelfs als draak begin je daar niets tegen.
Noch je kundigheid in de strijd,
Noch je dappere heldenhart,
Wapent je tegen weemoed
Die zich zachtjes in je nestelt, je verteert.
Vroeg daalt de avond over de gevangenis.
Zeven stalen bomen worden neergelaten,
Sluiten zeven poorten af.
En dan plotseling treurt de tuin
Daar aan de voet van de muur.
Drie takken nachtelijke rust,
Drie wortels driekleurige viooltjes...
In dezelfde vreselijke liefde
Hangt de wolk in de lucht, de abrikoos aan de tak.
De gevangenschap begint zwaar te vallen.
De duisternis is beklemmend...
Oρ het eiland zingt iemand de 'Koerdenbruid'
Terwijl ik op en neer loop langs de kooien
En aldoor onmogelijke dingen verzin,
Lachwekkende, onhandige, kinderlijke...
Werd ik maar neergeschoten, verslagen, zeg ik,
Spiernaakt, in een gevecht.
Waren vriendschap en vijandschap
Maar even manhaftig.
Maar dat kun je vergeten,
Bajonetten worden oρ lopen gezet.
De nachtronde van de bewakers begint...
Gretig strijk ik een lucifer af..
Met de eerste trek rook ik mijn sigaret tot de helft op,
Ik inhaleer diep, heel diep, een teug zal mijn laatste zijn.
Ik weet het, 'jij ook al?' zul je zeggen.
Maar vroeg daalt de avond over de gevangenis.
En buiten is het hevig lente,
Ik ben gek op je,
Stapelgek...
Ahmed Arif
- vertaling uit het Turks: Sytske Sötemann -
Gedicht Αkşam erken iner mahpushâneye, in:
Moderne Turkse Poëzie - Mehmet Emin Yildirim, Sytske Sötemann en Mehmet Çetin (samenstelling). Amsterdam, Atlas, 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten