Vlinderuur
en toch, ofschoon
de wind nu is gaan
liggen, en het bos wuift
en knikkebolt,
nu dat de slaap als
een harp klinkt en
de kinderen zingen
leg ik mijn elleboog op de
donkere middag en huil
muziek vallend door het bos
als herfstbladeren een lied
gezongen door de sopraan der eiken
vang de lange buit
maar om weg te gaan
voordat het uur een vlinder is
die opvliegt en verdwijnt.
Hans LodeizenOorspr.in: Het innerlijk behang en andere gedichten (1949).
Later opgenomen in: Hans Lodeizen Verzamelde gedichten - bezorgd door Wiljan van den Akker, Redbad Fokkema en Mirjam van Hengel. Amsterdam, Van Oorschot, 1996.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten