zondag 4 juli 2010
Aan een punaise
DAGELIJKSE VOORVALLEN
Ze zei hem: «Neem de sleutel mee - en als je
thuiskomt, eender wanneer,
doe open en kom binnen. Je vindt me hier.» Vele jaren
gingen voorbij. Toen hij opendeed:
het eerste dat hij aankeek, in de spiegel aan de kleerkast,
daar, vlak voor de voordeur,
was hij zélf, merkbaar verouderd, met z'n grauwe plunjezak.
Zo dus ook hier
alleen híj zelf aan het wachten op zichzelf? Daarnaast,
aan de muur,
met een punaise vastgeprikt, een blaadje: «Wacht op mij.
Ben voor een tijdje in de tuin.»
Hij nam z'n pet,
stak het briefje in z'n zak
en ging weer weg.
De duimspijker bleef achter aan de wand, hij glinsterde
als een insect,
versloten in zijn eigen leven, op een gouden,
warme middag.
Yánnis Rítsos
- vertaling: Guido Demoen -
Uit: Yánnis Rítsos Romiosýni en andere gedichten, moderne Griekse poëzie.
Kortrijk (B.)/Ithaca-Altea (Sp.), Point Editions Int. nr. 69, tweetalige uitgave Grieks-Nederlands, 2005
Geen opmerkingen:
Een reactie posten