zaterdag 31 juli 2010

Blond



DUEL TUSSEN DE ROZEN


We waren het eens over de keuze der wapens:
de schaterlach.

Op dertig centimeter van elkaar
en spijts de vroege ochtend het bovenlijf ontbloot
en in aanwezigheid van arts en getuigen
schoot ik het eerst in een lach.

Ik kon mij echter vlug beheersen
en mijn tegenstrever, een adelborst
beet zijn prachtige bovenlip stuk,
zodat zijn kus op de mond van de blonde
nooit meer dezelfde zou zijn,
daar was ik zeker van.
O wat gaf deze gedachte mij moed.

Toen ook een dikke druppel van zijn kin rolde
en aan de horizon een koets verscheen,
waarin zich zonder twijfel, maar in zwarte zijde
en fijn ondergoed, de blonde bevond,
was zijn laatste uur geslagen.

Ik gaf een aanstekelijk lachje
zodat hij kreunend tussen de rozen stortte,
gele winterharde dwergrozen dan nog,
en aan zijn lachbui kwam geen eind.
Zelfs toen de arts hem onderzocht
lag hij te krullen, onbeschrijfelijk.

De getuigen leidden hem omzichtig weg.

De prachtige blonde zat heerlijk te snikken
en in een grasperk, mals en dauwvochtig,
een eindje voorbij de vertrappelde rozen,
maakte ik haar vlug tot de mijne.
Ach mensen.

© Paul Snoek


Uit: Paul Snoek Gedichten, Brussel, Manteau, 1971

Geen opmerkingen:

Een reactie posten