donderdag 16 september 2010

Vlinders



MEISJE




Zij ontbloot haar borst als een wonde,
alsof het pijn doet bloot te zijn,
zoals een kind een vlinder in zijn hand
laat zien, bang dat hij weg zal vliegen.

Toch is haar lichaam nergens zo gesloten
als aan haar tepels die ontsteld
van schaamte zouden willen vluchten,
als vlinders uit een kinderhand.

Haar handen kennen niet de weelde
van een beminde vrouw die in haar schoot
haar vingers rusten laat omdat zij moe
gestreeld zijn en haar lippen stilgekust.

Zij raakt verward in kou en warmte,
voelt niet de zekerheid van 't licht
en de verwantschap met haar schaduw.
Haar schoot is in zichzelf gekeerd en bang.


© Adriaan Morriën




Uit: Adriaan Morriën Verzamelde gedichten, Amsterdam, Van Oorschot, 1993

Geen opmerkingen:

Een reactie posten