zaterdag 16 oktober 2010

Ivoren kam



HET LICHT




Mijn gezicht is bleek, er is geen licht in deze stad,
ik steek mijn haar op met een ivoren kam,

ivoor is het ooglid van mijn kind en het halsje,
ivoor is de sneeuw in de parken
ze worden gemeden
behalve door dichters,

mijn gezicht is bleek van heimwee, er is geen licht in deze stad
geen ster te zien, verguld of bestreken met ivoor,
geen vis zwemt in de rivier de Moskva,
de kraaien schreeuwen van kou,
ik steek mijn haar op met een ivoren kam.

Kind als ik je weer in mijn armen houd
laat ik mijn haar hangen
kleuren mijn wangen zich bloesemiger dan rode anjers
voer ik je het sap van lila passievruchten,
tot die tijd leg ik de rug van mijn hand over mijn ogen.

© Carla Bogaards



Uit: Carla Bogaards God bewogen, Amsterdam, Meulenhoff, 1997

Geen opmerkingen:

Een reactie posten