Nooit
BIECHT IN DE NACHTIk zou onverzoenlijk schrijven watmijn vrouw mij had aangedaanmet woorden die beklijven bij wiein eendere schoenen staan.'t Hart verkilt. Wat is ze mij waard?Waarom klagen? Beneden slaap jíj.Hiernaast de kinderen, nog onbezwaard.Vannacht rijpt hun oordeel over mij.Ooit moet ik hen bekennen datik hun moeder nooit heb liefgehad.Zij werd gek. Had ik daarom verdriet?Een laf hart had ik, anders niet.Mijn god, wat heb ik haar misdaan?Verschopt, verdwaasd staart zij mij aan.© Hans Sleutelaar
Uit: Hans Sleutelaar Vermiste stad - Rotterdamse kwatrijnen, Amsterdam, De Bezige Bij, 2004
Geen opmerkingen:
Een reactie posten