zondag 30 januari 2011
Hakken
PEGASUS
Ik heb mij plotseling bedacht
al weet ik niet waarom. Ik jaag
de trappen af
omlaag
omlaag
Op straat
heb ik mijn draai verloren
en raak ik buiten adem van zijn naam.
Ik sta te zwaaien naar een verre man
en zoek de woorden om hem te herroepen.
Dan keer ik op mijn schreden terug
en tel de gaten die mijn hakken
als paardehoeven in ’t plaveisel sloegen.
© Catharina Blaauwendraad
Uit: Catharina Blaauwendraad Niet ik beheers de taal, Haarlem, uitg. Holland, (nieuwe) Windroosreeks, 2004
Vanilla Skim Latte
– Menigten drommen pakken samen.
Een schervenglinstering belet elk zaaien van
de dubio dignitatis, iets wat je echter al wist.
Dan maar in conclaaf met de libido die niet
onzijdig worden wil. Je slaat op haar met een
plastic zak, waarin je voor de gelegenheid je
hoofd verborgen hebt. Daarna bestel je koel
en loslippig een Grande Sugar Free Alpacino
Vanilla Skim Latte. De strijders beleggen weer
een vergadering. Hopelijk zijn er broodjes bij,
per halfuur verzorgd opgetast door de bonden.
Jean heeft een lange snor, zijn schoonmoeder
is homo. Het is de vraag wat je in hen voor een
maat ziet. Daartoe maak je de passeerbeweging
met bal. Er is een ongenoemd blijvende iemand
die nu eenmaal zijn dagelijkse Porsche moet.
Gun dat, gun dat, goal. Niet elke eend is een
citroen. Laat dat nu, wolkenkind, en ga eindelijk
verticaal klasseren. Zaad is gewoon dik bloed
zonder factoren, weet je nog. Voor het kielgat.
Je opent een tube componentenlijm bij het
reglement van internen, terwijl je glas knaagt –
© Marc Kregting
Uit: Marc Kregting Zoem! Evoluties. Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2009
zaterdag 29 januari 2011
Uitgewist
MATHNAWI-GEDICHTEN
In de nacht van jouw ogen.
Geen licht geneest me, behalve de lamp van mijn lichaam.
Met welk been dans ik met je?
En alle naaj-fluiten zijn stom in mijn lichaam.
Waarom wellen de woorden op?
Waarom welt het zwijgen op... hoe wis ik dat uit uit mijn lichaam!
Alles wordt in mij uitgewist als ik word uitgewist.
Niets blijft na het uitwissen van mijn lichaam over
... ...
... ...
behalve:
mijn lichaam.
© Hassan Nadjmi
Uit: Onbereikbare Liefde - tweetalige bloemlezing van Arabische dichtkunst (red. Ibrahim Cohen, Ronald Kon en Abderazak Sbaïti), Amsterdam, El Hizjra, 1995
vrijdag 28 januari 2011
Voor als ze komen
POËZIE
Eergisteren was het oorlog
gisteren ook
en nog altijd in mijn heden
dat niet alleen van mij is
geld sluipt rond over de wereld
betaalt zichzelf met oorlog
oorlog mag zijn naam niet dragen
noemt zichzelf defensie
poëzie is het struikgewas
waarin ik me verberg
als de soldaten komen
in hun gierende tanks
© Remco Campert
Uit: Remco Campert Een oud geluid Amsterdam/Rotterdam, De Bezige Bij-Poetry International
- Gedichtendagbundel 2011, (thema "Nacht"), verschenen ter gelegenheid van de XIIe Gedichtendag, 27 januari 2011
Vrijwillig
EEN JAS
Ik maakte van mijn lied een jas
met manchetten en met kragen
van legenden en van sagen,
en alles precies pas.
Tot de dwazen hem grepen
en hem in ’t openbaar droegen
als hadden ze hem gemaakt.
Al scheurden ze hem aan repen,
ik liep met het grootste genoegen
vrijwillig naakt.
© W.B.Yeats
- vertaling uit het Engels: Jaap Blom -
Muurgedicht in Leiden sinds 1995, Lange Mare 31-33
Haperend
OUDERDOM
Ik oefen als een jonge vogel op de rand
van ’t nest, dat ik verlaten moet
in kleine haperende vluchten
en sper mijn snavel.
© Vasalis
Uit: M.Vasalis Verzamelde gedichten Amsterdam, Van Oorschot, 2006
Franse kaas
MATERIALIST
Vandaag heb ik de flessen van drie weken geleden,
je laatste verjaardagsfeestje, weggebracht.
Op de stoep zijn er per ongeluk of expres
een stuk of zes kapotgegaan. Ik heb geveegd. Ik was toch
aan het boenen, dingen voor je aan het netjes maken.
Ik heb de kast met foto's aangewezen, die gaan
met je ouders mee. Er is nog Franse kaas die je
te veel had ingekocht, die vind ik vies, maar de vla
is bijna op. Wat ik met de sleutel moet dat weet ik niet.
© Vrouwkje Tuinman
Uit: Vrouwkje Tuinman Wat ik met de sleutel moet Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2011
Twijfelaar
DICHTER GROET 'S MORGENS DE DINGEN
Dag kruk, dag zeikerds, dag café,
hé fiets, ha slot, ga nou eens open,
juist. Zeg voorwiel, blijf eens recht,
o handen hou dat stuur nou vast,
dag schots en scheve sterrenbeelden,
vlieg toch niet zo snel voorbij,
dag harde koude kinderhoofdjes
blauwgroen in mijn ribbenkast -
ha die voordeur, leeg portiek,
hoi trap, daar kom ik, stommel stommel,
antwoordapparaat vol ruis,
we zijn weer thuis. Dag twijfelaar,
wat ben je koud en leeg
zo zonder haar.
© Ingmar Heytze
Uit: Ingmar Heytze Alle goeds, Amsterdam, Podium, 2001
donderdag 27 januari 2011
Mijn brood
Ik heb u geschonden
om u te helen
ik sloeg u wonden
om mijn brood
met u te delen
om u te dichten
sloeg ik u lek
ik uw dichter
- Paul Rodenko (1920-1976)
Bij twijfel
WAAROM SCHRIJF IK
Ik schrijf omdat ik wil schrijven
dat ik gelukkig ben.
Op een dag zal het zover zijn
en zal ik schrijven -
met mijn tong tussen het puntje van mijn tanden,
en met rode oren en rode wangen;
ik ben gelukkig.
Als ik daarna ooit nog twijfel
en meen dat ik verdrietig ben of de wanhoop nabij
of zelfs reddeloos verloren,
kan ik altijd opzoeken wat ik werkelijk ben:
gelukkig.
© Toon Tellegen
Uit: Toon Tellegen Gewone gedichten, Amsterdam, Querido, 1998
Vooruitgang
De tijd kan vooruitgaan, de wetenschappen, de filosofie en het openbare leven zich vervolmaken en veranderen - maar de poëzie blijft waar ze is.
Aleksandr Poeshkin
In kasten (XIIe Dag van het Gedicht)
In de kerken en ziekenhuizen
zag ik zuilen van licht en vingernagels van staal
en ik hield stand want ik greep de handen van mijn moeder vast.
Nu
leg ik crêpe en onderhuidse injectienaalden weg:
ik zoek de handen van mijn moeder in de kasten vol schaduw.
leg ik crêpe en onderhuidse injectienaalden weg:
ik zoek de handen van mijn moeder in de kasten vol schaduw.
© Antonio Gamoneda
- vertaling: Bart Vonck -
Uit: Antonio Gamoneda (1931, Spanje) Brandend verlies, Leuven, Uitgeverij P, 2009.
Ook opgenomen in: Half engel half mens - 100 moedergedichten uit de wereldliteratuur,
bloemlezing door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, Tielt (B.), Lannoo, 2010
- vertaling: Bart Vonck -
Uit: Antonio Gamoneda (1931, Spanje) Brandend verlies, Leuven, Uitgeverij P, 2009.
Ook opgenomen in: Half engel half mens - 100 moedergedichten uit de wereldliteratuur,
bloemlezing door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, Tielt (B.), Lannoo, 2010
Zolder
Poëzie is voor mij het verhaal
Dat men mij vroeger vertelde
Van een man die op zijn zolder
een vliegtuig van beton gebouwd had
En trots tegen iedereen zei
Dat het wel kon vliegen
Maar niet door het dakraam kon
© Rien Vroegindeweij
Uit: Rien Vroegindeweij Een vliegtuig van beton Amsterdam, De Bezige Bij, 1973
woensdag 26 januari 2011
Hoge hoed
WERKTAFEL
Iedere morgen knispert moed
iedere morgen trek ik het rolluik op
schakel mijn antwoordapparaat in
slijp potloden van de supermarkt
en zet mijn bokkepruik op
het begint met contramine
elk woord mort op de schroothoop
alles is toch al gezegd?
muisstil wachten in mijn chaos
blocnotes, fopneuzen, rouwkaarten, plakband
koffiedik, scheermesjes, boeken over Zenboeddhisme
cassettes met Miles Davis, Mussolini, Erik Satie
zoemende wespetailles, pendules die luid
slaan, smeltkroezen en 1 hoge hoed
listig ontstaat een gedicht
© Jaap Harten
Uit: Jaap Harten Wie beweegt er nog in het mausoleum? Amsterdam, Contact, 1993 (2e dr.)
Dictaat aan Dante
DE MUZE
Wanneer ik 's avonds wacht of zij zal komen,
Dan hangt het leven, lijkt het, aan een draad.
Wat maal ik nog om roem, jeugd, vrijheidsdromen
Als zij met haar schalmei daar voor mij staat.
Daar is ze. Met haar sluier teruggeslagen,
Kijkt ze mij aan met onverholen blik.
'Was jij het die aan Dante,' zal ik vragen
'De Hel dicteerde?' 'Ja,' is 't antwoord. 'Ik'.
© Anna Achmatova
- uit het Russisch vertaald door Margriet Berg en Marja Wiebes -
Uit: Het zesde zintuig - gedichten van Anna Achmátova, Nikolaj Goemiljov en Osip Mandelstam. Leiden, Plantage, 1997.
MUZA
Kogda ja noč'ju ždu ee prixoda,
Žizn', kažetsja, visit na voloske.
Cto pocesti, cto junost', cto svoboda
Pred miloj gost'ej s dudockoj v ruke.
I vot vošla. Otkinuv pokryvalo,
Vnimatel'no vzgljanula na menja.
Ej govorju: "Ty l' Dantu diktovala
Stranicy Ada?" Otvecaet: "Ja".
- Anna Achmatova
dinsdag 25 januari 2011
Bewaar mij
INERTIE
Het moet gezegd.
Hier, met al mijn plichtsgevoel, mijn achterste
Vastgeroest in een versleten keukenstoel,
Hier laat ik mijn gezichtsverlies geruisloos
Als een zwarte keisteen door je handen rollen
Ginder. Ik krijg ons niet uit mijn bek.
Gooi mij niet weg.
Bewaar me. Stuur me mijn adres. Gooi me terug.
En kom ik niet als vroeger uit de tweelingster
Van je handen gevallen, dan ben ik zestig jaar
Een gitten dondersteen geruisloos ingeslagen hier
In een versleten keukenstoel.
Ik moet gezegd.
© Leonard Nolens
Uit: Leonard Nolens Een fractie van een kus Rotterdam/Amsterdam, Poetry International/Querido, Gedichtendag 2007
dinsdag 18 januari 2011
Matrijzen
Matilda is mooi.
Ze schuift aan tafel
als een kat, geeft een lik
van haar lijf om
jaloers op te zijn.
Ik zou mijn handen willen kneden
om haar heen tot de matrijzen
van haar lichaam en het mijne
herscheppen naar haar beeld. IJdel,
ik bleef een beeld en zag haar
wegglippen met mijn adem.
Wees dan zoals de
meisjes van het museum
voor mij. Voor mijn part
zit je de hele tijd onbeweeglijk
met je rug naar mij toe, maar
wees dan toch met je rug
een belofte voor mij, voor gauw
of voor later, wie weet
een leugentje om bestwil maar
wees dat dan toch voor mij.
© Jo Govaerts
Gedicht van Jo Govaerts in De Brakke Hond, 8ste jaargang, Antwerpen 1991
zondag 16 januari 2011
Afstand
MIDDAGHITTE (2)
[ZEΣTO MEΣHMEPI]
Middaghitte
Je laat onopgemerkt voorbijgaan
Dingen die zonder jou
Wereldschokkend zouden lijken.
Ik liep er vlak langs. Ging weg. Op reis.
Ver weg dezelfde stad in.
Verwijderde mij van wat ik graag
ontmoeten wilde.
Gewikkeld in de bruine mandorla van smog.
Met mijn geest vol frisse vleselijkheid
Die niets wenste te begrijpen.
Het is de afstand die ontmoetingen brengt.
En een mens bemint altijd
Wat hij het minste begrijpt.
Want wat hij begrijpt is
Is minder dan de mens.
En het minnen niet waard.
© Yánnis Patilis
- uit het Grieks vertaald door Hero Hokwerda -
Uit: Aanslag op het zwijgen - zes Griekse dichters (op Poetry International, Rotterdam)
Groningen, Chimaira Publishing, 2002
vrijdag 14 januari 2011
Vers wrak
DE POOLSE KLUSSER
Als ik 's ochtends naar de lucht kijk
en op mistige dagen de omgeleide
vliegtuigen hoor denk ik aan
de dag dat
de paarden rondjes renden rond
een vers wrak in het weiland
van mijn ouders.
Mooi was dat om te zien –
een dampend wrak en
de paarden daar
omheen als vrolijke kleuters
op een schoolplein.
© Wim Brands
Uit: Wim Brands Neem me mee, zei de hond Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2010
Watervlak
STUWMEER
Toen de dam klaar was
begon het water te stijgen.
Kilte ving aan in de berg-
wand. De bomen begrepen
niet hoe zij stikten in wat
hen lief was. Vissen kwamen
te zwemmen in de wijngaard.
Schreeuwend breken mijn kinderen
het gladde watervlak. Ik wil
hen roepen: acht niet de pijn
van tekort, maar vrees de on-
keerbare kracht van teveel, hoor
mij, hoe ik roep, hoe ik keihard zwijg.
Zij maken fonteinen en regenbogen.
Zij lachen en luisteren niet, daar
aan de bovenkant van de diepte,
aan de overkant van de tijd.
© Anna Enquist
Uit: Anna Enquist Soldatenliederen Amsterdam, De Arbeiderspers, 1991
woensdag 12 januari 2011
Gestolen
GELUK
Mama, waar heb je het geluk
gelaten? Ik had het hier
neergelegd en nou is het weg!
Je zult het wel ergens hebben laten
slingeren of het is gestolen of
misschien per ongeluk weggegooid.
Wie zou mijn geluk willen stelen?
Wie niet?
© Ted van Lieshout
Uit: Ted van Lieshout Hou van mij Bijna alle gedichten 1984-2009,
Amsterdam, Leopold, 2009
dinsdag 11 januari 2011
Onzichtbaar stuur
DE WEG EN ZIJN JUKE-BOX
In het geknars van de wielen,
want alleen wielen
draaien subliminaalsgewijs
de zwengel van de autosnelweg,
want alleen zij
meten de uitrekbare zachtheid ervan,
duizelingwekkend verlengd op een onzichtbaar stuur!
In het geknars van de wielen,
want alleen zij
rollen om dat onzichtbare stuur
het lange haar van de autosnelweg,
zodat de wielrijders nooit meer verdwalen
in een bocht in het kapsel ervan!
Want alleen de buurtmeisjes
vatten post op de hoofdweg,
halen met hun plakkerige tongen de munten
uit de parkeermeters
en terwijl ze zwengels verbuigen
als op een reusachtige ringweg,
spuwen ze die naar de roos,
in oude jukeboxen!
Want alleen de buurtmeisjes
- gek op snelheid! -
dansen verdwaasd als op een reusachtige ringweg
en verdwalen onderweg met de wielrijders.
Ja, met de wielrijders die, onder de tweesprongen van de
kruispunten,
gekweld door de amerikanismen van het octaan,
onder de wielen van de maagd van macadam, verhit,
vroegtijdig ontploffen, zonder het te beseffen.
Jawel, in een gekraak!
Ja, onder het geknars van de wielen.
© Linda Maria Baros
- vertaling uit het Frans: Jan H. Mysjkin -
In: Bunker Hill nummer 42, Amsterdam, 2008
zondag 9 januari 2011
Af!
ANDERMANS HOND
Ik ging niet wandelen met de hond,
de hond ging wandelen met mij.
Kijk, zei hij, kijk, zo doe je dat:
je snuffelt wat, je kruipt eens
onder groen, je doet daar wat je
daar moet doen, je kwispelt -
nee dat kun je niet - loopt achterna
wat vleugels heeft, je rolt je op je
ene zij, je andere zij, je ene zij,
je mond staat op de tocht, je zoekt
in woorden naar een geur, bij grenzen
naar vreemd vocht, hoort woest geroep
van groepen mens als blaffen aan,
verstaat alleen je naam
en Lig en Koest en Af.
© Joke van Leeuwen
Uit: Joke van Leeuwen Wuif de mussen uit - gedichten en beelden, Amsterdam, Querido, 2006
zaterdag 8 januari 2011
Zonder dat
OCHTEND
Zo kalm als op een vlot van helderheid
en rust, gelegen op mijn rug
dreef ik de ochtend in, het ochtendlicht,
land, lucht en water waren één en zonder dat
er van hun eigenheid maar iets verloren ging.
© Vasalis
Uit: M.Vasalis Verzamelde gedichten Amsterdam, Van Oorschot, 2006
Tissue
Hoe wij in de handpalm neergeschreven zijn,
ik heb het nog niet grondig onderzocht.
Wel schat ik dat het om iets draadloos' gaat.
Zodra het een van ons alhier te gortig wordt,
bijvoorbeeld in de basiliek de diepdemente vrouw
die, met een tissue en een eeuwigheid te laat,
geschilderd bloed poogt weg te vegen van een houten
wreef, dan gloeit van haar, die niets meer weet,
de naam op in de palm van de hand. Die voelt,
vermoedelijk, hoe koel van lieverlee zijn vlees,
hoe weinig zijn presentia reëel nog scheelt
van onderzodenklam en onverrijsbaar zijn,
en weet: dat ik besta is dat zij streelt.
© Willem Jan Otten
Uit: Willem Jan Otten Op de hoge, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 2003
Om de hoek
STADSGEZICHT
De stad is vol wielen en hoeken
De huizen vol ramen en zoeken -
de mensen gaan heen en weer.
De mensen zijn vol mannen en vrouwen
en om de hoek van gebouwen
kijkt een dame in een heer.
© Pierre Kemp
Uit: Pierre Kemp Verzamelde gedichten Amsterdam, Van Oorschot, 1976
vrijdag 7 januari 2011
Reizigersgeluk
HET KARIGE MAAL
Onder de lamp aan tafel
zwijgend eten wij; onze handen
als witte vlekken komen en gaan;
onze beringde vingers achteloos
met het vertrouwde brood spelend.
Geen vreugde niets ongewoons
is er in de klank van onze
messen en vorken.
En natuurlijk weten wij niets
van het geluk van reizigers
in een avondtrein.
© Miriam Van hee
Bron: Miriam Van hee Het karige maal, Gent (B.), Masereelfonds, 1978
Geheim
LIEVERD
Lieverd moet naar zijn kamer gaan.
Moeder wil even ernstig praten
met het bezoek, met de deuren dicht,
met lieverd uit de weg. Lieverd
klompt de trap voor de helft op
en dan af, sluipt naar het sleutelgat -
ik mag alles weten van mezelf, maar
wat is ongeoorloofd schoolverzuim?
Wat zijn concentratiestoornissen? -
Op tenen sluipt lieverd naar boven
Lieverd zoekt in mams slaapkamer wel
naar een geheim dat hij begrijpt.
© Ted van Lieshout
Uit: Ted van Lieshout Och, ik elleboog me er wel doorheen Amsterdam, Leopold, 1988
woensdag 5 januari 2011
Een spoor (hommage)
COEN *
Ik liep door het bos,
Volgde een spoor van sneeuw.
Het leidde naar een heuvel,
Met veel rondslingerend hout.
Opeens stond ik voor een
Reusachtige wijdvertakte eik.
Ik dreigde binnendoor te gaan,
Maar ging toch buitenom.
© John Schoorl
* Eerbetoon door Volkskrantverslaggever, dichter en auteur John Schoorl aan de na een herseninfarct overleden Feyenoordvoetballer Coen Moulijn (1937-2011),
linksbuiten met een onnavolgbare passeerbeweging en bescheiden volksheld in Rotterdam en ver daarbuiten.
[Bron: Poëziewebsite DeContrabas.com van 4 januari jl.]
dinsdag 4 januari 2011
Zout dragen
ZODRA DE DOOD
Hij heeft ’s nachts staan wachten, takken
vertrapt, schimmelige bladeren op het pad.
Daar leeft hij voor, in volle lengte luisterend
aan een raam, aandachtig geritsel, behaaglijk
voor de juiste stap. Niet meteen een dans,
maar toch in minder dan geen tijd
zijn rinkelende spoor waar hij
op zachte zolen door openstaande deuren
zijn glimp laat zweven in een hoofd,
net nog niet vergruisd. Waar u ook bent,
zegt hij, het kreunen van de wind drijft u terug,
blaast u voort, krijtwit, bloot – en niemand
die uw voeten kust dan ik, ijskoud
zal ik u omsluiten, uw naam wissen, zout
naar uw slapen dragen, slijk op uw wangen,
en met u rondgaan, verder dan u dacht.
© Frans Budé
Uit: Frans Budé Blauwe rijst, Amsterdam, Meulenhoff, 2009
maandag 3 januari 2011
Zonder briefje
DOOD IN EXÁRCHIA
[ΘANATOΣ ΣTA EΞAPXEIA]
Men zei me dat je dood was. En ik vind je terug
in 't café triktrak spelend met de levenden.
Je staat vóór zelfs. Draagt ook een das.
Jij die nooit een das droeg.
Nooit naar het plein kwam.
Je altijd opsloot in dat huis
en zwijgend naar buren voorbijgangers loerde.
Ze zeiden dat je dood was. Wie moet ik geloven?
Opeens was je weg, zonder een woord te zeggen.
Zonder ook maar een briefje achter te laten.
Je luiken gesloten. De bel kapot.
De hond ontroostbaar. En het licht uit.
Ben jij 't? Ben jij 't niet? Wie moet ik geloven?
Wat is je stem veranderd.
De anderen zeggen niets. Kijken hoe je speelt.
Kijken hoe je met een glimlach de dobbelstenen werpt.
En maar wint. En maar wint.
Jij die nooit won. Altijd verliezer was.
© Násos Vayenás
* Exárchia: kunstenaars- en studentenwijk in Athene, niet ver van het Nationaal Museum
Oorspr. in Násos Vayenás Marsveld (1974), hier uit:
Aanslag op het zwijgen - zes Griekse dichters (op Poetry International, Rotterdam) -
inleid. en vertal. Hero Hokwerda. Groningen, Chimaira Publishing, 2002
zondag 2 januari 2011
Lichter
MOMENTEN
Als ik mijn leven opnieuw zou kunnen leven zou ik in het volgende leven
proberen meer fouten te maken.
Ik zou niet zo perfect proberen te willen zijn, ik zou me meer ontspannen.
Ik zou idioter zijn dan ik ooit was, ik zou alles minder serieus nemen.
Ik zou minder hygiënisch zijn.
Ik zou niet zo perfect proberen te willen zijn, ik zou me meer ontspannen.
Ik zou idioter zijn dan ik ooit was, ik zou alles minder serieus nemen.
Ik zou minder hygiënisch zijn.
Ik zou meer risico's nemen, ik zou meer reizen,
ik zou meer naar de zonsondergangen kijken,
ik zou meer bergen beklimmen, ik zou in meer rivieren zwemmen.
Ik zou naar meer plekken gaan waar ik nooit was geweest, ik zou meer ijsjes
ik zou meer bergen beklimmen, ik zou in meer rivieren zwemmen.
Ik zou naar meer plekken gaan waar ik nooit was geweest, ik zou meer ijsjes
eten en minder bonen, ik zou meer echte problemen hebben en minder
ingebeelde.
Ik was een van die personen, die wijselijk en productief leefde elke minuut
Ik was een van die personen, die wijselijk en productief leefde elke minuut
van zijn leven; natuurlijk heb ik ook momenten van vreugde gekend.
Maar als ik terug zou kunnen keren zou ik proberen alleen maar goede
momenten te beleven. Verlies niet het nu.
Ik was één van hen die nooit ergens heen ging zonder thermometer,
zonder een zak met warm water, een paraplu, een parachute.
Als ik opnieuw zou kunnen leven, zou ik lichter reizen.
Als ik opnieuw zou kunnen leven, zou ik beginnen met barrevoets lopen vanaf
Als ik opnieuw zou kunnen leven, zou ik beginnen met barrevoets lopen vanaf
het begin van de lente tot aan het einde van de herfst.
Ik zou meer met kinderen hebben als ik het leven opnieuw voor me zou hebben.
Ik zou meer met kinderen hebben als ik het leven opnieuw voor me zou hebben.
Maar zoals u ziet, ik ben 85 jaar oud en ik weet dat ik aan het sterven ben.
© Jorge Luis Borges
- uit het Spaans vertaald door Robert Lemm -
Uit: J. L. Borges Het geheimschrift en andere gedichten - vierde en laatste deel van het verzamelde werk van de Argentijnse schrijver Borges (1899-1986) -
Amsterdam, de Bezige Bij, 1999
INSTANTES
Si pudiera vivir nuevamente mi vida.
En la próxima trataria de cometer más errores.
No intentaría ser tan perfecto, me relajaria más.
Sería más tonto de lo que he sido, de hecho tomaría muy pocas
cosas con seriedad.
Sería menos higiénico.
Correría más riesgos, haría más viajes, contemplaría más atardeceres,
subiría más montañas, nadaría más ríos.
Iría a más lugares adonde nunca he ido, comería más helados y
menos habas, tendría más problemas reales y menos imaginarios.
Yo fui una de esas personas que vivió sensata y prolíficamente
cada minuto de su vida; claro que tuvo momentos de alegría.
Pero si pudiera volver atrás trataría de tener solamente buenos momentos.
Por si no lo saben, de eso está hecha la vida, sólo de momentos;
no te pierdas el ahora.
Yo era uno de esos que nunca iban a ninguna parte sin un termómetro,
una bolsa de agua caliente, un paraguas y un paracaídas;
si pudiera volver a vivir, viajaría más liviano.
Si pudiera volver a vivir comenzaría a andar descalzo a principios
de la primavera y seguiría así hasta concluir el otoño.
Daría con más niños, si tuviera otra vez la vida por delante.
Pero ya ven, tengo 85 años y sé que me estoy muriendo
J. L. Borges
Geluk
Ik werd geboren
en iemand kwam aansjokken, zette een ladder
tegen mij aan en klom naar boven
met op zijn rug mijn ziel en mijn gedachten.
Het begon te regenen
en hij sprong naar beneden, holde weg
om te schuilen, riep nog over zijn schouder:
'Wees gelukkig! Wees maar gelukkig!
De zon verscheen,
maar er klom niemand meer naar boven.
Niemand legde uit hoe ik mijn gedachten
moest gebruiken,
niemand bracht schaduw,
niemand haalde de ladder weg,
niemand zei dat er niemand meer zou komen.
© Toon Tellegen
Uit: Toon Tellegen Daar zijn woorden voor - een keuze uit de gedichten,
Amsterdam, Muntinga, 2007
zaterdag 1 januari 2011
De zon openhouden
VOOR JOU
1
voor jou
als ik je ooit zal tegenkomen
of als ik nooit in je hart
zal wachten op een brand van kussen
voor jou
ik zal de ring van trouw bewaken
ik zal de zon openhouden
ik zal de nacht strelen
voor jou zal ik de waardigheid
van de mens op aarde zichtbaar maken
en mijn bed zal wit zijn
voor jou zal ik wachten.
2
ook al zal ik je nooit zien
in je tropenpak voor de bar
tennissend in shorts of zwemmend
of paardrijdend in de duinen
ook al zal ik je nooit zien
en mijn hand die al moe is
laat vogels los van haar vingertoppen
en het wankele geluid van de straat
hangt een sluier voor mijn ogen
ik zal je nooit zien
en ik zal verder lopen
(want geen ongeluk kan ons overkomen
want ik ben toch alleen )
de nacht zal in mijn oor suizen
de wind zal lachen in mijn gezicht
de dag zal geel als een traan zijn
ik zal verder lopen
© Hans Lodeizen
Uit: Hans Lodeizen Verzamelde gedichten, Amsterdam, Van Oorschot, 1996
Wekkerstem
VEERTIG
Memolijstje met opzet kwijtgeraakt,
bed met lavendelgeur al opgemaakt,
de bloes met kleine knoopjes klaargelegd,
afspraken voor twee dagen afgezegd.
De wekkerstem: weer wijs en veertig jaar.
Aan Rwanda gedacht, de blinde bedelaar,
de vrouw van wie een borst werd afgezet,
de bloes verkreukeld in de kast gelegd.
© Hilde Keteleer
Uit: Hilde Keteleer Al wat winter is en waar, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2001