dinsdag 23 augustus 2011

Wit duister


BARBAARSE ODEN  II

[BAPBAPEΣ ΩΔEΣ]


Kijk mij daar weer aan de rand van de werkelijkheid
veertig kilometer van Réthymno
met de enkels in de Libische Zee.
Ik scharrel rond

tussen de wasemende rotsen die
meedogenloos de zon vermalen.
Mijn hand strijkt langs je haar dat weeft
aan 't witte duister

van de dag. (De anemonen
een reeks felle bezwaarschriften
van de eeuwigheid, krijgen telkens
nul op het rekest.)

Mijn hand strijkt langs je borst die
in 't genot is van de zee. Je duister
lichaam maakt onlosmakelijk deel uit
van de waarheid.


© Násos Vayenás




Uit: Násos Vayenás Barbaarse Oden – vertaling uit het Nieuwgrieks en inleiding:
Marko Fondse en Hero Hokwerda. Groningen, Styx, 1997

Geen opmerkingen:

Een reactie posten