dinsdag 17 januari 2012

Babel



PATRIOTTENLIED




Ik ben een pyjama-Irakees, mijn vrouw een Roemeense
en onze dochter is de dief van Bagdad.
Mijn moeder kookt nog steeds de Eufraat en de Tigris,
mijn zus leerde pirosjki’s bereiden van de Russische moeder
van haar man.
Onze vriend, een Marokko-mes, steekt een vork
van Engels staal in een vis die geboren is op de Noorse kusten.
Wij zijn allemaal ontslagen bouwvakkers, van de steigers gehaald van de toren
die we wilden bouwen in Babel.
Allemaal verroeste speren die Don Quichot
naar de windmolens wierp.
Allemaal schieten we nog steeds op de oogverblindende sterren
vlak voordat ze verzwolgen worden
door de Melkweg.




© Ronny Someck




- uit het Hebreeuws vertaald door Hilde Pach -


Uit: Ronny Someck Blues van de derde zoen (bloemlezing, vert. Hilde Pach), Maastricht, Azul Press, 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten