dinsdag 27 januari 2009

Nieuwe verf



ODE AAN DE MIJNSTREKEN





Kille winters hangen rond in de mijnstreek.
Zwart-wit geschilderde gevels, geur van tucht
en haveloze daken. De schachttorens en de
steenberg, nog te zien op jouw doopoorkonde,

liefste. Borinage, Merthyr Tydfil, Katowice,
Lotharingen, Kerkrade, Stolberg, Genk, Geleen:
vulkanen, roervaten van de geschiedenis.
Ze zuigen aan, ze mengen en ze stoten uit

wanneer de groeven zijn uitgeput. Als bruinkoolstof
verwaaien de mensen over het land. Neerslag.
Lang voor de TV uniformeerden de mijnstreken
de beschavingen in Europa. Kinderrijkdom,

blaasorkesten en treurnis. Ondergewaardeerd
zijn mijnstreken de zwarte vlekken op landkaarten.
Men wil ze wegpoetsen, schoppen als honden,
maar ze grommen en leggen zich terug.

Met weggebulldozerde mijnen kan men ze
Bloemoord of Parkstad noemen, onder de
nieuwe verf schemert de oude naam.
Slapende vulkanen, grimmige dromen.

© Rouke van der Hoek


Uit: Rouke van der Hoek Bodemdaling, gedichten. Amsterdam, Atlas, 2005
Bodemdaling was de Poëzieclubkeuze van het najaar van 2005, de jury in dat jaar bestond uit Judith Herzberg en Ed Leeflang. De bundel werd genomineerd voor de derde J.C. Bloem-prijs 2007. Bovenstaande gedicht is ook vertaald in het Duits, als Ode an die Kohlereviere.

Eind jaren zestig, Kerkrade (tegenwoordig onderdeel van het bestuurlijk conglomeraat "Parkstad"):
afbraak van de oudste steenkoolmijn van Europa, de Domaniale.
© foto Archief Wim Jongsma
Foto boven: Mijnwerker, Oost-Europa

Geen opmerkingen:

Een reactie posten