zondag 28 juni 2009

Omdat de wereld insliep


ONDER HET VEE



En toen de zomer dan toch weer was teruggekeerd
en wij dus weer zaten te drinken bij de rivier.

Zijn oude armen bewogen nog, naar daar, die wereld
dat langzame, eeuwige leven van vee in de verte.

Ieder mens zou een dier moeten zijn, moeten sterven
in de herfst, en in de lente weer worden geboren.

Of, ieder mens zou een rivier moeten zijn, komen
zonder verlangen te blijven, gaan zonder heimwee.

Zo zaten we dus weer te drinken daar, tegen de tijd,
oude verhalen, oude jenever, maar de zon ging wel onder.

En hij sliep in. Omdat de wereld insliep. Zwart
zat hij bij de rivier, zwart gat in het uitzicht.


Rutger Kopland


Uit: Rutger Kopland Onder het vee, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1966

Geen opmerkingen:

Een reactie posten