HET EILANDMEER VAN INNISFREE
Ik zal opstaan en gaan nu, en gaan naar Innisfree,
en daar een hutje bouwen, gemaakt uit klei en twijgen;
negen rijen bonen zal ik daar hebben, een korf voor honingbijen,
en wonen, heel alleen, op bij-doorgonsd gebied.Ik zal wat vrede hebben, want rust drupt daar heel zacht,
druipt uit de morgensluiers, naar waar de krekels zingen;
’s nachts is het één geglinster, 't gloeit midden op de dag,
en 's avonds is de lucht vol vleugels van de vinken.
Ik zal opstaan en gaan nu, want altijd, vroeg of laat,
hoor ik het water klotsen, aan d'oever van het meer,
als ik sta op de weg of in de grijze straat
hoor ik, diep in mijn hart, hoor ik het weer.
© W.B.Yeats
- uit het Engels vertaald door Jan Eijkelboom -
In: W.B.Yeats Al keert het grote zingen niet terug, in de vertaling van J. Eijkelboom – Sliedrecht, Wagner & Van Santen, 1999.
William Butler Yeats (1865-1939), Iers dichter en toneelschrijver, ontving in 1923 de Nobelprijs voor Literatuur.
The Lake Isle of Innisfree
I will arise and go now, and go to Innisfree,
And a small cabin build there, of clay and wattles made:
Nine bean-rows will I have there, a hive for the honeybee,
And live alone in the bee-loud glade.
And I shall have some peace there, for peace comes dropping slow,
Dropping from the veils of the morning to where the cricket sings;
And evening full of the linnet's wings.
I will arise and go now, for always night and day
I hear lake water lapping with low sounds by the shore;
While I stand on the roadway, or on the pavements grey,
I hear it in the deep heart's core.
- W.B.Yeats
Prachtig,
BeantwoordenVerwijderenroept meteen op:wil ik een keer heen!