OUDE SCHADUWEN
Ik heb nog een collectie heel oude schaduwen,
Sommige half vergaan en kwetsbaar,
Een paar nog uit de 18e eeuw.
Kinderschaduwen uit Antwerpen,
De schaduw van een rode lelie,
Een meeuwenschaduw uit Den Helder.
En uit de tijd van Koningin Emma,
Gerafeld maar nog goed herkenbaar,
Schaduwen van grijze dames.
De schaduw van een boom in Frankrijk,
Een vleermuisschaduw uit Zuid-Limburg,
Een grote vliegtuigschaduw uit de oorlog.
Vergeten schaduwen in een lade,
Voel maar, koel als tafelzijde,
Sommige zo fijn als spinrag.
Je moet ze weer netjes opvouwen,
Zorgen dat ze niet scheuren,
En ze beschermen tegen het licht.
Rudy Kousbroek
Uit: Rudy Kousbroek Dierentalen en andere gedichten, Amsterdam, Augustus, 2003/2009.
In zijn woonplaats Leiden is na een ziekbed vandaag de auteur, essayist en dichter Rudy Kousbroek (1929-2010) overleden. Kousbroek ontving in 1975 als een van de belangrijkste essayisten van zijn tijd de P.C. Hooftprijs. Met schoolvriend Remco Campert richtte hij begin jaren vijftig het tijdschrift Braak op.
De rationalist Rudy Kousbroek, geboren op Sumatra in het toenmalig Nederlandsch Indië, studeerde wis- en natuurkunde in Amsterdam en Japans in Parijs. Als een van de eersten berichtte hij voor het weekblad Vrij Nederland onder het pseudoniem Leopold de Buch in 1968 en daarna vanuit de Franse hoofdstad over de Parijse studentenrévolte en haar internationale, maatschappelijke betekenis. Later was hij jarenlang redacteur van NRC Handelsblad.
De Tweede Wereldoorlog bracht Kousbroek door in een Japans interneringskamp. Dat leidde uiteindelijk tot Het Oost-Indisch kampsyndroom, zijn beroemdste boek (1992).
Rudy Kousbroek was lange tijd gehuwd met schrijfster Ethel Portnoy (1927-2004), met wie hij twee kinderen kreeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten