dinsdag 6 april 2010
Haakje
IK OPEN DE GORDIJNEN
Ik open de gordijnen voor ik ga slapen,
ik wil het levende duister zien als ik ontwaak,
en het bos en de hemel. lk ken een graf
dat geen luik naar de sterren heeft.
Nu is Orion opgekomen in het westen, altijd jagend -
hij is niet verder gekomen dan ik.
De kersenboom buiten is naakt en zwart.
In de duizelend blauwe hemelklok
kerft de harde nagel van de morgenmaan.
*
DIE MAN
Die oude trui van mij
aan een haak in het schuurtje,
een paar versleten schoenen,
ik ken
die man.
lk hang hem
aan een andere haak,
in een ander hoekje,
hij hangt in de weg.
Maar ik heb
het hart niet
om hem
weg te gooien.
© Olav H. Hauge
Twee gedichten uit:
Olav Hauge Het blauwe land, bloemlezing (samenst. en vertal. uit het Noors: Erica Weeda),
Zutphen, Tetralex, 2002
EG DREG IFRÀ GLASET
Eg dreg ifrå glaset fyrr eg legg meg,
eg vil sjå det levande myrkret når eg vaknar,
og skogen og himmelen. Eg veit ei grav
som ikkje har glugg mot stjernone.
No er Orion komen i vest, alltid jagande -
han er ikkje komen lenger enn eg.
Kirsebærtreet utanfor er nake og svart.
I den svimlande blå himmelklokka
ritar morgonmånen med hard nagl.
*
DEN MANNEN
Den gamle trøya mi
på ein knagg i skytja,
eit par utslitne skor,
eg kjenner
den mannen.
Eg flytter på han,
til ein annan nabb,
åt ei onnor krå,
han er i vegen.
Eg har ikkje
hatt hjarta
til å kasta han
ut heller.
© Olav H. Hauge
Geen opmerkingen:
Een reactie posten