vrijdag 3 juni 2011

Meneren


zoveel vreemde meneren in mijn slaap

die hun ogen ten hemel werpen
als ik iets geks doe

gij zult niet buitenissig zijn

ogen op stokjes
als een slak
maar hun gezigt wit
ingekeerd

en de mond hangt draadvomig naar beneden
tog ben ik er niet helemaal bij
(ik ben zelf een zak die weggeslingerd wordt)


© Sonja Prins


Uit: Sonja Prins (1912-2009) Notities, Amsterdam, De Bezige Bij, 1973

Geen opmerkingen:

Een reactie posten