woensdag 17 augustus 2011

Met mijn gezicht


AAN HET WATER




Steeds weer komt boven zij verdrinkt
in een droom. Aan haar navelstreng onder water
een steen. Aan de oever met een liefde die geen kinderen wil
een man die niet helpt. Die lacht. Die mijn gezicht heeft

Je vertelt het, je ogen vertellen het, je wimpers vechten
tegen opkomend tij. Ik koud en klein als een kiezel,
nooit groter vijand van hem met mijn gezicht
in jouw droom

die steeds bovenkomt, mij onderduwt
Blijven verdrinken, blijven lachen
terwijl ik niet lach. De steen malend

Geluidloos lied dat zinkt in mijn hoofd
Blijven roepen onder water
zonder dat er ochtend kwam


© Hanz Mirck


Uit: Hanz Mirck Wegsleepregeling van kracht, Amsterdam, Prometheus, 2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten