zaterdag 12 april 2008

J. Eijkelboom (2), het laatste gedicht


(ongepubliceerd)


Wie taalt er nog naar de tijd
Dat men morrend stond te wachten
Tot de paardenkrachten weer
Gretig hun gang konden gaan
Ergens ver weg
Tot het stil staat
Wat doen we met het uur dat overblijft
Nu we niet meer hoeven te wachten
Eer we ongeremd naar Dordt of
Dordtwijk mogen?
Filosofen wie wil het verklaren


Deze dichtregels van Jan Eijkelboom zijn onlangs in Dordrecht al aangebracht in het hekwerk langs het loop- en fietspad van de nieuwe VN-tunnel, onder de spoorweg Breda-Rotterdam die daar over de Laan der Verenigde Naties loopt. De tunnel en ook Eijkelbooms gedicht moeten in de loop van 2008 nog officieel worden ‘ingewijd’.
Dordrecht eert daarmee Eijkelboom (1926-2008) op een tweede plek met het werk van de dichter, na een van Eijkelbooms beroemdste regels Wat Blijft Komt Nooit Terug die op de kadestenen bij het Damiatebolwerk staat gegraveerd.

Ook in de tegelwanden van de tunnel in de Laan der Verenigde Naties, en in het hek tussen het fietspad en de weg, worden nu enkele dichtregels van Jan Eijkelboom geplaatst. In grote kapitalen van vormgever René Knip is in het voorbijrijden te lezen: "Hier baant de laan zich onder 't spoor een weg". In het metalen hek tussen de weg en het fietspad zijn twee langere regels verwerkt in wat kleinere letters, deels in spiegelschrift.

Bijna zes jaar geleden verschenen Eijkelbooms laatste officiële publicaties: de verzamelbundel Tot zo ver - de meeste gedichten
en Heden voelen mijn voeten zich goed (2002).

Zijn laatste gedicht schreef Jan Eijkelboom in 2006.
Hij deed er zo'n zes weken over om het te maken en vervolgens nog weer enige tijd om het netjes op te schrijven in een boekje van een vriend, de antiekhandelaar Arie Bijl.

De dichter vocht toen al tegen het verlies van coherentie en uitval van cruciale lichaamsfuncties, die bloedvataandoeningen hem de laatste jaren met name in de hersenen hadden bezorgd.
Ongeveer drie weken voor zijn overlijden, eind februari, kreeg Jan Eijkelboom een toeval, een TIA. Bij een Transient Ischaemic Attack ontvangt een gedeelte van de hersenen – tijdelijk - te weinig bloedtoevoer. Daardoor werken sommige hersengedeelten korte tijd minder goed of helemaal niet. Als een ‘voorbijgaande doorbloedingsstoornis’ langer aanhoudt of wanneer uitvalverschijnselen blijven bestaan spreken artsen van een beroerte.

Eijkelboom werd na de nieuwe doorbloedingsstoornis opgenomen in het Albert Schweitzerziekenhuis. Omdat hij ook kampte met incontinentie en al geruime tijd met een rollator moest lopen, werd hij na de jongste hersenaandoening overgebracht naar het verpleeghuis Crabbehoff. Daar leek alles eerst goed te gaan. Maar vervolgens kwam een fatale longontsteking. Die velde ‘de Eijk’, enkele uren voor zijn 82ste verjaardag.
Het was een tweede epileptische aanval - de eerste was jaren daarvoor – die Eijkelboom eerder al zijn 'werkgeheugen' had ontnomen.

Jan Eijkelboom – die geen rijbewijs had - heeft enkele dagen voor zijn dood nog een laatste tocht kunnen maken over het Eiland van Dordrecht. Bij een monumentale zitbank die hij onderweg tegenkwam maakte hij zich nog boos over ‘deze historische verwaarlozing’.
De man die dichter vergezelde en rondreed was de bevriende antiquair Bijl.


- met dank aan Gert van Engelen

Geen opmerkingen: