vrijdag 23 mei 2008
Hoe ik spreken zou moeten
leegstand van lucht.
te horen valt daar
de wind, een knie
van zilver die knielt
waar geen wolk is
leegstand van licht
lucht vol vissen
*
dit is wat van paarden
nablijft als ze zijn verdwenen
een geur van verbrande veren
rook van verschroeid hooi
gehinnik alsof een vogel
wakker wordt en schreeuwt
schreeuwt als nooit tevoren
*
in een hoek van de wereld
ligt de wereld
gevonden heeft iemand haar
waar ze lag, de wilg
misschien, het blad.
lag daar terzijde. geen
hond blafte, geen ster kwam
haar tegen
*
altijd zijn zonnen hoger
dan manen. altijd is de hemel
hoger dan haver
altijd omhoog
kijk ik naar de bomen
vraag aan het koren
wie daar woont in de bomen
wie van de goden daar toornt
*
als er niets meer is
is er altijd nog wel een naam
waaruit een andere naam valt, waaruit
een vogel valt met een naam
in zijn hand
*
altijd zocht ik hoe
ik de bliksem in mij
zou kunnen
laten inslaan
hoe ik spreken zou moeten
over woede, hoe ik
zwijgen zou moeten
© LEO HERBERGHS
- zonder titel (6x)
In: Leo Herberghs Daarmee wordt gezwegen /gevolgd door De afdaling van de regen.
Rotterdam, Bèta Imaginations, 2000
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten