Hulpeloos
SCHUILPLAATS
Ik zat in Plato’s grot. Waar
anders moest ik schuilen
voor de regen? De meester zelf
stond aan de tapkast
in diep gepeins verzonken. Hoe
anders moest hij zich
een houding geven?
Er waren veel schimmen
uit een eerder bestaan
en aan kleine tafels
bedoeld om het gezellig te maken,
zaten dichters te praten
met vlinderende bakvissen.
De lampen staken uit de vloer.
Uit naden tussen de plavuizen
welde regenwater op.
Ik voelde mij hulpeloos jong.
© Kees Klok
Uit: In dit laagland – Sliedrecht, Wagner & Van Santen, 2005
Geen opmerkingen:
Een reactie posten