zaterdag 7 februari 2009

De trappen vegen


Αls je geen wond draagt midden op je borst,
Blijf ik onaangedaan bij je rug doorzeefd met kogels.

*

Leven op deze aarde van ballingschap richt me te gronde.
God geve dat ik naar mijn hoge bergen mag terugkeren!

*

Wat zou je anders kunnen doen dan de strijd ingaan?
Onderworpen ben je minder dan de slaaf van een slaaf.

*

Mijn man is hindoe en ik ben mohammedaanse,
Uit liefde veeg ik de treden van de verboden tempel.


Vier korte gedichten van anonieme Afghaanse Pasjtunvrouwen die als vluchteling leven in Pakistan.


In: Liefde kon maar beter naamloos zijn – 150 dichteressen voor Amnesty International. Samenst. Daan Bronkhorst, 2000,
Breda, De Geus

Geen opmerkingen: