dinsdag 11 oktober 2011

In het weefsel


'S NACHTS




en als ik nu eens niet wakker werd
maar bleef: sneeuwwitje achter glas.
zou een autopsie je smaken, prins?

betast mijn borst die onbeweeglijk blijft,
mijn tepels stijf van kilte. schrik niet
wanneer mijn hart roder wordt, je bevende handen
op mijn rug wroeten, je trillende vingers
in het weefsel rond mijn onderrib klemmen
als in de nok van een door- en doorzocht pand.

stel vast: ik ben niet langer het meisje met de lolly,
niet langer het kousenvoetensluipende mensje
dat je met de handen voor je ogen verrast
met een ontbijt.

besluit: er steekt geen appel
in mijn keel, er is er ook nooit een geweest.
ik stikte in de valse nagels van de heks.


© Sylvie Marie




Uit: Sylvie Marie Toen je me ten huwelijk vroeg, Antwerpen/Amsterdam, Vrijdag-Podium, 2011

Bladzijden



- Schone regels, rondrijdend Rotterdams vuilniswagengedicht -

maandag 10 oktober 2011

Min veertig



OVERZICHT




Toen je ouder dan 50 was,
At je alleen nog kreeften en splinters.

Toen je ouder dan 40 was,
Keek je naar gozers met flitsende heupen.

Toen je ouder dan 30 was,
Bezocht je Romaanse kerkjes op dinsdag.

Toen je ouder dan 20 was,
Luisterde je steeds naar kale geluiden.

Toen je ouder dan 10 was,
Begon je al van de hel te dromen.

Toen je ouder dan 0 was,
Kocht je een ouderwetse vissersboot.


Toen je ouder dan -10 was,
Sneed je bij herhaling je polsen door.

Toen je ouder dan -20 was,
Hield je erg van oorlogsdocumentaires.


Toen je ouder dan -30 was,
Spiegelde je je graag aan discuswerpers.


Toen je ouder dan -40 was,
Vond je een plek om krankzinnig te zwijgen.





Klik op de afbeelding om dit venster te sluiten.© Arjen Duinker




Uit: Arjen Duinker De geschiedenis van een opsomming. Gedichten. Amsterdam, Meulenhoff, 2000 

donderdag 6 oktober 2011

Het ongerepte


UIT MAART '79




Moe van iedereen die met woorden komt, met woorden maar niet
met taal
begaf ik mij naar het sneeuwbedekte eiland.
Het ongerepte heeft geen woorden.
De ongeschreven bladzijden breiden zich naar alle kanten uit!
In de sneeuw stuit ik op hoefsporen van een ree.
Taal maar geen woorden.




© Tomas Tranströmer


- vertaling uit het Zweeds: J. Bernlef -



Oorspronkelijke titel: Det vilda torget (1983).
Voor het eerst in de Nederlandse vertaling van Bernlef gepubliceerd in Raster nr. 21/1982.
Hier uit: T.Tranströmer Het wilde plein, gedichten 1948-1990. Amsterdam, De Bezige Bij, 1992.





De dichter Tomas Tranströmer (1931) is de Nobelprijs voor de Literatuur 2011 toegekend, aldus een bekendmaking van de Zweedse Academie van Wetenschappen vanmiddag in Stockholm.
Tranströmer verdient de onderscheiding volgens de jury van het Nobelprijscomité omdat hij "dankzij zijn gecondenseerde, doorschijnende beelden ons een nieuwe, frisse toegang tot de werkelijkheid geeft”.

Tranströmer (Ik heb geen gevoel voor de natuur. / Maar mensen in een landschap, dat zegt mij iets) nam o.a. in 2002 deel aan het 33ste Poetry International Festival in Rotterdam.

Hij geldt als een van de grote dichters van dit ogenblik in Europa. Zijn werk is in meer dan vijftig landen vertaald. Hij is een invloedrijk en veelgelezen dichter in o.a. de Verenigde Staten.

Het werk van van de Nobelprijswinnaar wordt in Nederland al bijna dertig jaar lang vertaald door de schrijver J. (Henk) Bernlef.
Uitgeverij De Bezige Bij heeft aangekondigd dat Tranströmers gedichten komende week weer leverbaar zijn, met een herdruk van de verzamelbundel De herinneringen zien mij uit 2002. In deze heruitgave is een ruime keuze van Tranströmers werk in de vertaling van Bernlef opgenomen.



foto auteur: Roeland Fossen/Poetry International






zaterdag 1 oktober 2011

Als zij baadt


VIRGO




Zij is een wezen tussen vrouw en knaap -
zij heeft de strakke passen van een jongen
Soms ligt zij als een poes inééngedrongen:
Dan schijnt zij vrouw, en glimlacht in haar slaap.

Haar ogen zijn van amber, en die weten
veel wegen, die haar mond aan geen verraadt -
Zij spiegelt zich in ‘t water als zij baadt
Haar lijf is rank en koel en nooit bezeten.

Zij houdt van lichte bloemen zonder geur,
lang kan zij zwemmen in de groene bronnen -
Zij leest veel en aandachtig, zoals nonnen
dat doen, alléén, achter gesloten deur

terwijl het zonlicht aan de wanden fluistert
en 't glas-in-lood raam donker glanst als wijn.
Zij heeft de trots van hen, die eenzaam zijn,
een hart dat wacht en aan de stilte luistert



© Hella Haasse



Uit: Hella Haasse Stroomversnelling (gedichten), debuut - Amsterdam, Em. Querido, 1945.




In memoriam Hélène Serafia (Hella) Haasse, grande dame van de Nederlandse letteren 
[Batavia, 2 februari 1918 - Amsterdam, 29 september 2011]