woensdag 31 december 2008

Bleke foto's uit een binnenzak


HET IS WEER DEZE NACHT


Het is weer deze nacht dat tractoren
Grommen in de achtertuin. Als hese honden
Naar mijn trommelvliezen grauwen. Het is weer
Deze nacht dat oeverloos snauwen een
Vuist slaat tegen de sterrenloze hemel. Er

Rouw wordt afgekondigd in verdwenen
Straten. Het is weer deze nacht dat namen
Tollen in de gaten van een schrompelend
Geheugen. Namen als oud textiel in jute
Zakken. Gedroomde namen soms. Het is

Weer deze nacht dat gezichten vergelen in
Kisten, verbranden in ovens, verteren
In aarde. En het is weer deze nacht dat
Ik taal hark, woorden schoffel, in mezelf
Brom, met een klap de luiken laat landen.

*

Het is weer deze nacht dat mijn vader zonder
Klop op de deur aan tafel komt zitten en ik hem
Jenever schenk. Hij gretig zijn eerste glas
Drinkt, een tweede gebaart, zijn stropdas
Ontknoopt en een sigaret opsteekt. Uit zijn

Binnenzak haalt hij bleke foto's, wijst naar
zichzelf en knikt. Ik herken de verleden man
Die zo dicht bij mij staat dat ik opnieuw verlegen
De dood van mijn schouders krab. Het is
Weer deze nacht dat zijn stem naar toon

En zoon zoekt. Iedere borrel is een slok
Toenadering, iedere sigaret een verlegenheid.
En als de fles geleegd is, de sigaretten gerookt,
Stapt hij terug in zijn nacht, blijf ik achter,
Terwijl daglicht tergend langzaam mijn ogen sart.

*

Het is weer deze nacht die om mij hangt
Als een natte loden jas, die mij ter aarde
drukt. Waarin ik wankel na een stortbui
Een huis bereik. Het is weer deze nacht
Dat herinnering als een scherp mes schaaft

En schilfers naar beneden dwarrelen.
Een sneeuw van zwijgen waarin doden
Miraculeus worden betast. Het is weer
Deze nacht dat dicht tegen mij huid zich
Vlijt en plooit. Ik je kus met dunne lippen.

Verleden tederheid zich spreidt. Het is
weer deze nacht dat regen drupt op de
Vloer van vroeger, almaar drupt, en het
Hoofd blijft liggen op het doordrenkte
Kussen en je zo moet huilen.


©
Hans van de Waarsenburg


Nieuwjaarsgedicht van Hans van de Waarsenburg, met vertaling in het Engels door Peter Boreas. Bibliofiele uitgave, met de hand gezet in de Claudius van Rudolf Koch en gedrukt op Magnanipapier door Hans van Eijk,
Bonnefant Press, Banholt/Maastricht, december 2008

Het is weer deze nacht verschijnt binnenkort in Van de Waarsenburgs nieuwe dichtbundel Wie hier nog komt, bij uitgeverij Wereldbibliotheek te Amsterdam (voorjaar 2009)

Onzin



TAST MET DE LOEP AF



Tast met de loep af

het geleefde leven en zie

geen litteken gesloten

wie heeft de onzin uitgevonden:

de tijd heelt alle wonden


© Lizzy Sara May




Uit: Lizzy Sara May Het depressionisme, Amsterdam, De Bezige Bij, 1988.

maandag 29 december 2008

Eén scherf is genoeg



DE ARCHEOLOGIE VAN HET HART


Hadden we maar meer dan één hart
verzucht hij. Konden we het afstoten
als een verwelkte bloem
maar we worden verscheurd en verdeeld.

Elk fragment heeft zijn plaats
troost de archeologe die graag in zijn ruïnes wroet.
Voor een lang verhaal heeft zij
aan een scherf genoeg.

Zij tulpt haar lippen
en blaast het stof weg
zoals zijn moeder blies
over zijn geschaafde knie.


©  Herman Leenders



Uit: Herman Leenders Vervalsingen, Amsterdam, Arbeiderspers, 2008

De zwaartekracht van vroeger


AARDAPPELKUNDE


Het was laat en het ging over de waarheid.
Essenties vind je in het kleinste meest gewone
zei iemand, zelfs een aardappel heeft zwaartekracht

het grootste wat ik deed in mijn leven tot dusver
was niet schreeuwen maar dag zwaaien, dagdag naar alles
wat verdween en begon, doden, kinderen, alles

verandert nu eenmaal, de thermodynamica stelt
dat chaos de regel is, alles beweegt
voortdurend van gaaf naar voor altijd kapot

hieruit leidt men het bestaan van de tijd af, vandaar
ook dat wuiven van mij, van ons – correctie
tot dusver is onzin, het verleden bestaat niet

vroeger is een gedachte, een maaksel, een aanschaf
dus ik heb niets moedigs gedaan, ik heb alleen
zojuist in het donker van de kast die mijn hoofd is

getast naar het vermeende eeuwige vanzelf
van vandaag gekochte knollen en daar dacht ik iets bij
wat ik nooit eerder bij precies datzelfde dacht.


Esther Jansma


uit: Esther Jansma Alles is nieuw, Amsterdam, De Arbeiderspers, 2005

Wat blijft



WEGGAAN



Als een auto die lang in de regen gestaan heeft
optrekt en wegrijdt, blijft waar hij stond achter
een plek die zich van de rest van de straat
onderscheidt, even nog, tot hij ook nat is
en niet afzonderlijk meer bestaat.

Dat is wat blijft als je weggaat.


© Anton Korteweg


Uit: Anton Korteweg Comfortabel ongelukkig (een bloemlezing met gedichten uit vier eerdere bundels, verschenen tussen 1982 en 1991), Amsterdam, Meulenhoff, 1999

Ander wetenswaardigs is er niet



’s NACHTS, AAN DE TELEFOON
(À meia-noite, pelo telefone)


’s Nachts, aan de telefoon,
vertelt ze me dat het bosje op haar venusheuvel blond is.
Ander wetenswaardigs
van haar lichaam geeft ze niet, noch van haar voorkeur.
Ze boudeert:
‘Als jij niet heel gauw hierheen komt
en ik ook niet naar jou toe kan rennen,
wát moet er dan van mij worden tot de ochtend?’

Dat weet ik ook niet, en ik zwijg.


Carlos Drummond de Andrade


uit: C. Drummond de Andrade De liefde, natuurlijk (gedichten) - vert. uit het Portugees door August Willemsen – Amsterdam/Antwerpen, Arbeiderspers, 1992

Rangschikking



PORSELEINEN TRANEN


Op een avond kwam ik aan
in de werkplaats, in het huis
van de hoekige dame
die ronde vormen maakt

van klei en aarde.
Ik zag wel vijftig
pοrseleinen tranen naast elkaar
οp de vloer gelegd en ze zei:

'Tja, ik weet het ook niet,
het gaat maar door.
Misschien als ik suja zeg of
tot honderd ga...'

Misschien, dacht ik,
als je ze rangschikt
naar Verdriet.


Gerry van der Linden



Uit: Gerry van der Linden Aan mijn veren hand, Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1993.
Ook in: Liefde kon maar beter naamloos zijn – 150 dichteressen voor Amnesty International. Bloemlezing, samenst. Daan Bronkhorst. Breda, De Geus, 2000.

zaterdag 27 december 2008

Maan, vertel me, wat doe jij daar aan de hemel?



Graaf Giacomo Taldegardo Francesco di Sales Saverio Pietro Leopardi (1798-1837) was een vooraanstaand Italiaans dichter, filosoof en taalkundige aan het begin van de negentiende eeuw.
Leopardi was een telg uit een adellijke familie in de Marche, een streek in Italië die zuchtte onder het strenge bestuur van de toenmalige pausen. Een leven lang leefde hij in onmin met de katholieke kerk "en de hier heersende hypocrisie".
Veel werk van Leopardi kwam terecht in zijn Canti ('gezangen', liederen).


Il tramonto della Luna (De ondergang van de maan) was het laatste canto dat Leopardi kort voor zijn dood schreef: in Napels, waar op dat ogenblik een cholera-epidemie heerste. De dichter verbleef er zijn laatste jaren, schrijvend aan zijn Pensieri (Gedachten). Een oogziekte en een algeheel zwak gezondheidsgestel plaagden Leopardi tot aan zijn dood. Internationale bekendheid heeft zijn gedicht L'infinito (Het oneindige) verworven.

vrijdag 26 december 2008

Landschappen

















- klik voor vergroting -


LEO HERBERGHS

in : Landschappen (met foto's van John Claassens), eindejaarsuitgave, Heerlen december 2008

Winter


eindelijk zag ik dat alles voorbij
zou gaan als deze dag boven
land dat ik lief heb


ik zeg niet dat dat erg is
ik zeg alleen wat ik dacht
te zien


- Rutger Kopland, Winter (fragm.), in Tirade nr. 124, april 1967

woensdag 24 december 2008

Of er iets is, vraagt ze


POLSKIE TANGO


De houten uitbouw van het dorpscafé.
Daarbinnen de gietijzeren kachel, die
Vuur ademt, was droogt, sterren droomt.
Daar zingt zij tango’s. Haar stem krast

Uit de grijze groeven van de grammofoon.
Of er iets is, vraagt ze en likt zijn oorlel.
Hij kust haar vingers en houdt haar als in
Een Polskie Tango zo vast, dat lijven zich

Hechten, haar kuitbeen oplicht, zich bloot
Geeft. Peperwodka’s worden besteld. Mijn
God, de tango is geen mars voor oorlog.
Dit is voetstaps sluipend gaan, in ongrijpbare

Tijd. Dit is lieflijk falset zingen in donkere
Glazen. Dit is een stil zetten van jaren,
Omdat de doden nog leven. In het dorpscafé
Een glas drinken, luisteren naar haar,

Die dronkaards kust, troost biedt, steels
Een knopen gulp aait. Waar tranen zoutkristallen
Worden. De hand aan het gemoed slaat.
Zwarte Madonna, mag ik deze dans van U?

© Hans van de Waarsenburg


POLSKI TANGO

Der hölzerne Vorbau der Dorfkneipe.
Drinnen der gusseiserne Ofen, der
Feuer atmet, Wäsche trocknet, Sterne träumt.
Dort singt sie Tangos. Ihre Stimme kratzt

Aus den grauen Gravuren des Grammophons.
Ob etwas sei, fragt sie und leckt sein Ohrläppchen.
Er küsst ihre Finger und hält sie wie in
Einem Polski Tango so fest, dass Leiber

Verschmelzen, ihr Wadenbein sich hebt, sich
Entblößt. Pfefferwodkas werden bestellt. Mein
Gott, der Tango ist kein Marsch in den Krieg.
Dies ist schrittweiser Schleichgang, in unfassbarer

Zeit. Dies ist lieblicher Falsettgesang in dunklen
Gläsern. Dies ist ein Anhalten der Jahre, denn
Die Toten leben noch. In der Dorfkneipe ein
Gläschen trinken, ihr zuhören,

Die Betrunkene küsst, Trost spendend, heimlich
Mit warmen Fingern im Schritt. Wo Tränen Salzkristalle
Werden. Die Hand ans Gemüt sich legt.
Schwarze Madonna, darf ich um diesen Tanz bitten?


Uit: Hans van de Waarsenburg So treibt die Insel/ Zo drijft het eiland, tweetalige keuze uit zijn gedichten, in het Duits vertaald door Marinus Pütz, met een voorwoord door Cees Nooteboom.
Verlag Ralf Liebe, Weilerswist-Köln, 2008

dinsdag 23 december 2008

Epitaaf

OP HET MARMER VAN JE BILLEN
(No mármore de tua bunda)



Op het marmer van je billen heb ik mijn grafschrift gegrift.
Nu wij uit elkaar gaan, behoort mij mijn dood niet meer toe.
Jij nam die mee.


Carlos Drummond de Andrade (1902-1987)


uit: C. Drummond de Andrade De liefde, natuurlijk - vert. uit het Portugees door August Willemsen – Amsterdam/Antwerpen, Arbeiderspers, 1992

zondag 21 december 2008

Een raam in de elleboog


DE HEMEL legt zijn blauw papier over
je luchtige jurk: een bijna doorzichtig
begeren. Jij balanceert de zomer
met je hand in je nek, in je elleboogholte
slaat een raam open. Misschien kwam de liefde
daar doorheen gevlogen en hing de tijd
aan de wilgen. Ik neem je portret
van de muur, leg het in mijn woorden.
Het glas is van buiten beslagen,
van binnen.


Jürgen Nendza



DER HIMMEL legt sein blaues Papier über
dein luftiges Kleid: ein fast transparentes
Begehren. Du wiegst den Sommer
mit der Hand im Nacken, in deiner Armbeuge
öffnet sich ein Fenster: Vielleicht kam die Liebe
da durchgeflogen und hing die Zeit
an den Nagel. Ich nehme dein Bild
von der Wand, lege es in meine Worte.
Das Glas ist von auszen beschlagen,
von innen.


Uit: Jürgen Nendza Flugtöne/Vlieggeluid - vertaling Ard Posthuma - gedichten in het Duits en het Nederlands, met een nawoord van Alexander von Bormann. Maastricht International Poetry Series 2008, uitgave i.s.m. Verlag Ralph Liebe, Weilerswist/Köln

Decemberkaart




KERSTMENU


Fiks gekruid prijken ze, oudoom Haas
& oudtante Patrijs
op het kerstdiner. Verre familie van weleer

Bloed-
verwanten, aangeschoten, bij bosjes
in de ochtendmist

Onsterfelijken
plots onderhevig
aan de zwaartekracht
en lang zo o n s t e r f e l ij k niet meer!

December. Ze noemen je Monsieur
Chablis
Je ontkurkt een
premier cru
gooit knoestig lijkjes van oude liefdes
op het vuur…

O, met voorheen hun gave lendenen
een
Goed Gesprek
nu
, op dit late uur!

Maar de Dames gaan in vlammen op
December
De Dood moet op het spek gebonden

(de fazant) (de haas) (het hert) (het everzwijn)

En het ijsdessert :

een Mensenzoon
geboren

in bittere koude

uit een Maagd

Gelukkig Kerstfeest !
Bonne Année





© Manuel Kneepkens

donderdag 11 december 2008

Papierzak of slaaplamp?

Het schaap heeft slaap
en de koe is moe
Het paard kijkt
over het prikkeldraad
en denkt het is al laat

woensdag 3 december 2008

Aanhalingstekens


JONG LANDSCHAP
(met Van Ostaijen - citaat)




Wakker worden in de asbak

Oksels en leer
De smaak van sokken

Rondjes lopen onder tandenpoetsglas
Alles wat ik zie

Is uitzicht met ruitenwissers

Gebroken groen, huiskamerkoeien
Ruilverkaveling en spellingvereenvoudiging

De typische cakedoosvorm van het dijkdorp

Drie keer achter elkaar
Zegt iets
Ik wil naar buiten

Mijn hart springt op
De was smelt in mijn oren

Dan regent het aanhalingstekens

"Buiten”: een glazen baksteen
In een transparante muur

"Over de randen van mijn handen
tasten mijn handen
naar mijn andere handen
onophoudelijk”



© K. Michel




Uit: K. Michel Waterstudies, Amsterdam, Meulenhoff, 1999

maandag 1 december 2008

Meestal onder de tafel


VADER


We zijn vele jaren en enkele maanden verder.
Ik ben nu die man, die jij geweest had
Kunnen zijn, levend. Hetzelfde buikje,
Golfslag op het nauwelijks kalende hoofd,
Dat voortdurende zwijgen, de voeten op tafel
En altijd tranende ogen. Je glas. Ouder.

Waar we ook waren, was er afstand, was er
Nurkse koppigheid. Je schopte je oudste zoon,
Waar je hem raken kon: enkels, kuiten, schenen.
Meestal onder de tafel of in de kerk.
Onzichtbare pijniging tot de soep sprak.
Dat soepele slurpen begon.



© Hans van de Waarsenburg





VATER

Wir sind viele Jahre und einige Monate weiter.
Ich bin nun der Mann, der du hättest gewesen
Sein können, lebend. Dasselbe Bäuchlein,
Wellenschlag auf dem kaum kahl werdenden Kopf,
Das anhaltende Schweigen, die Füße auf dem Tisch
Und immer tränende Augen. Dein Glas. Älter.

Wo auch immer wir waren, es gab einen Abstand, es gab
Mürrische Sturheit.Du hattest deinen ältesten Sohn getreten,
Wo immer du ihn treffen konntest: Knöchel, Waden, Schienbein.
Meistens unter dem Tisch oder in der Kirche.
Unsichtbare Peinigung bis die Suppe sprach.
Das flüssige Schlürfen begann.






"...schaamteloze grootspraak en retoriek..."
"...iemand die een luide toon niet uit de weg gaat..."

- Cees Nooteboom ('En bij mij is dat een compliment') op het achterplat over het werk van dichter Van de Waarsenburg


uit: Hans van de Waarsenburg So treibt die Insel/ Zo drijft het eiland, tweetalige keuze uit zijn gedichten, in het Duits vertaald door Marinus Pütz. Met een voorwoord door Cees Nooteboom. Verlag Ralf Liebe, Weilerswist-Köln, 2008