woensdag 27 juni 2012

Gladgeschoren


BRIEVEN ONDER NUMMER




Eerst moet je leren schrijven aan een vrouw (een brief
die vreemden onder ogen komt wordt uitgespeld)
die om je regels heen haar lippen likt,
dat stukgezeten lijf van jou
schoonmaakt, oplapt.

Wat jij hiervoor ook was, schrijft ze, telt niet echt,
het was vergeefs, ik was er nog niet bij -

Dan moet je, als je haar in handen krijgt, zelf opgeruimd
en vrolijk zijn en passen in haar schone huis. Je went
aan kussens op de bank, tafelkleden, hondjes van
porselein, aan speciale schaaltjes voor de soep
en buiten roken, haar moeders gezicht,
appelgebak, de foto op de kast,
het hoofd dat naar je loert.

Wat ben je gladgeschoren, fris gedoucht en zwijgzaam zegt ze
en dan kus je haar. Nooit zeg je wat. Je jeugd alleen
zou vlekken maken op haar vloer.



 © Ester Naomi Perquin



Uit: Ester Naomi Perquin Celinspecties Amsterdam, Van Oorschot, 2012

woensdag 13 juni 2012

Hoogmoed & Bescheidenheid



Aarzel daarom niet  

Het kleine volk kan het
niet altijd blijven verliezen



W.S. Rendra (Indonesië, 1935-2009)





Schone regels, rondrijdend Rotterdams vuilniswagengedicht -

dinsdag 12 juni 2012

Kruimels


NACHTRUST



Avond. Twee tuinen verder woedt het voorjaar
  en sluipen kapers door het donker.
Ergens vechten nagels om een vacht. Gekrijs
  om kruimels liefde. Stukgebeten oren.
De krolse oorlog van een voorjaarsnacht.


Bijna vergeten hoe ik met dezelfde woede
  door het donker joeg, hoe jij nog valser
dan een kat je nagels in drie harten sloeg.
  Wat is het lang geleden en wat blijf je mooi.


Ik heb de dagen één voor één geteld
  en met de beste woorden die ik heb:
ik hou van je. In jou vind ik een bed.


En het is lente en we delen hier
  dezelfde nacht met alles wat dat zegt.



© Menno Wigman


Uit: Menno Wigman Zwart als kaviaar Amsterdam, Bert Bakker, 2001

zondag 10 juni 2012

Als het donker wordt


OPONTHOUD



We zijn modern. Het is de juiste eeuw voor liefde niet
en nergens staan nog vrouwen op de torens,
uit te kijken. De laatste ridder
stierf aan syfilis.

We zijn de wapperende vlaggen verleerd,
het fluisteren tussen de stenen,
gezang en bloemennamen.

We werpen elkaar in het passeren
haastig lichaamsdelen toe.
Alles gaat goed.

Vergrendel deze deuren als het
donker wordt. Blijf bij me.
Zet je paard op slot.


© Ester Naomi Perquin



Uit: Ester Naomi Perquin Celinspecties Amsterdam, Van Oorschot, 2012

zaterdag 9 juni 2012

Op water slaan


Mijn opa ziet de duiven in de avond. Ze koeren tegen hem

voor hij naar binnen gaat om naar het nieuws te luisteren
op de radio, het is laat, het schemerlicht maakt zacht.
Mijn opa woont op zandgrond bij het bos waar tanks
en Engelse kanonnen tussen bomen staan. Hij is
de vader van mijn moeder, zijn vrouw is doodgegaan
dus hij is steeds bedroefd en stil maar weet wel waar
wij spelen in de tuin, met stokken in een teil op water slaan.



*



Mijn opa is een brief die in het mooiste handschrift
lieve dingen zegt met de stem van mijn moeder.
Brabant is zo ver, de trein zo traag, zo duur.

Mijn moeder huilt en roept o nee, o nee in dialect
wanneer haar zuster aan de telefoon vertelt dat hij is doodgegaan.
We krijgen nieuwe kleren aan en lopen langs de baar.
Hij ligt daar wel, maar is niet dood, ik weet het zeker
ik hoor hem zingen in het koor voor hij naar het kerkhof gaat
's nachts roept hij mij of ik hem wil bevrijden.


© Ineke Holzhaus


Twee gedichten uit "Opa Overloon", in:
Ineke Holzhaus Waar je was Maastricht/Amsterdam, Azul Press, 2011

Zwenken


BIJNA NOOIT



Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug.



- Judith Herzberg, op papieren tafellaken van Plint


zaterdag 2 juni 2012

Taart


ONDERTUSSEN BUITEN



Wat ik voor ons droom is nooit een kamer. Steeds een tuin,
een wild stuk land met ordeloze bomen, struikgewas,
gras dat bloeit en een verroeste barbecue.

Ik weet dat ik opnieuw een taart naar buiten draag omdat
je jarig was. Hoe oud vraag ik, wat blaas je uit
vannacht, hoe lang nog, waarnaartoe?

Je lacht, steeds lach je. Je ligt weer op het oude kleed,
eet slordig, met één hand. Een kers rolt weg,
er kleeft nog slagroom om je lippen.

Ik kruip naast je als je slaapt. Luister, zeg ik, straks niet
wakker schrikken. Buiten de omheining
springen felle lampen aan.



© Ester Naomi Perquin


Uit: Ester Naomi Perquin Celinspecties Amsterdam, Van Oorschot, 2012