DANS
Ik omvat met bei mijn armen de tere ronding
van haar schouders en hals, en zijzelve
doet mij haar zachtglooiende dansende benen omhelzen
zo schrijden wij tezamen in rhythmische wiegeling
Ik zie omhooggeheven haar lief gezicht
en dit hevig bijeenzijn drijft mij dicht
en dichter tot haar - en wij dansen mond aan mond
en hart aan hart en zacht gezicht aan zacht gezicht
© Anna Blaman
Uit: Anna Blaman Mijn eigen zelf - schetsen en gedichten. Amsterdam, Meulenhoff, 1977.
Dans was een van de eerste gedichten die de Rotterdamse schrijfster Anna Blaman (1905-1960) trachtte gepubliceerd te krijgen in het najaar van 1940. Als prozaïste zou Blaman - afkorting van "Ben Liever Als MAN", pseudoniem van eigenlijk Johanna Petronella Vrugt - haar naam echter eerst vestigen in 1941, met het boek ‘Vrouw en vriend’. Met de opzienbarende roman Eenzaam avontuur (1948) brak Blaman als schrijfster door naar een groot publiek.
Anna Blaman gold jaren lang als omstreden en 'aanstootgevend'. Haar werk werd aanvankelijk afgewezen vanwege gedurfde lesbische en openhartige homo-erotische passages. Die veroorzaakten in de jaren kort na de tweede wereldoorlog nog veel beroering in met name de christelijke media. Blaman ontving ondanks alle felle kritiek in 1956, als tweede vrouw, de hoogste letterkundige onderscheiding van Nederland, de P.C. Hooftprijs.
Blaman, die zich ook inzette voor de wederopbouw van de door de oorlog zwaar getroffen stad, werd na een fatale hersenembolie in 1960 begraven op Hofwijk in Rotterdam-Overschie. Met als grafschrift de beroemde tekst uit haar gedicht Winter: “Ik ben gestorven zonder het te weten / want anders had ik mij toch wel verzet”.
In de jaren '90, toen de vooraanstaande schrijfster bijna vergeten was, werd haar graf daar geruisloos geruimd.
Tussen 2005 en 2008 bestond in Rotterdam, op initiatief van Het Letterenhuis, een naar de schrijfster vernoemd debatpodium, literair Café Blaman.
Anna Blaman (r.), met medeliefhebbers, in Rotterdam op de motorfiets
Geen opmerkingen:
Een reactie posten