maandag 16 februari 2009

Alles smelt



NOOD



Moeder had een bevroren god
in haar geërfde ijskast,
bewaarde hem daar
voor de dagen van nood,
de snikhete zomerdagen.
Wie zomaar van hem at, wachtte
vreselijke straf. Het was
aangrijpend te horen hoe Vader
hem in zijn vloeken ontzag:
Nu is het tijd, de hoogste tijd,
de tijd van nood is aangebroken hier.
Het is snikheet. Het is zo warm geworden,
alles smelt. Ook
de ijskast.


© Amir Afrassiabi


Uit: Voetsporen, nieuw werk van zes dichters. Met een introductie door Remco Ekkers en Astrid Roemer. Rotterdam, Dunya, 2000.

A. Afrassiabi (1934, Isfahan, Iran) woont sinds 1986 in Nederland. In Teheran was hij architect. Hij heeft vier dichtbundels (in het Perzisch) op zijn naam staan. In 2005 verscheen bij uitgeverij Bornmeer zijn eerste volledige bundel gedichten in het Nederlands, Ballingschaap.

Geen opmerkingen: