dinsdag 10 februari 2009

Verzamel de knechten en vertrek



HUAYNA CAPAC
*


Wee jou, boodschapper, als jij liegt tegen je oude vorst.
Er bestaan geen boten zoals jij ze beschrijft,
Groter dan mijn paleis, voortgestuwd door de storm.
Deze draken waarover jij raaskalt bestaan niet,
Geharnast in brons, verblindend, met poten van zilver.
Die gebaarde krijgers van jou zijn er niet. Spoken zijn het.
Verzonnen heeft jouw geest ze, wakker of slapend,
Of misschien heeft een god ze jou gezonden om je te bedriegen:
Dit gebeurt vaker in tijden van rampspoed
Als de oude zekerheden hun omtrekken verliezen,
Deugden worden ontkend, en trouw vervaalt.
De rode pest komt niet van hen: die was er al eerder,
Ζij is geen teken, zij is geen kwade voorspelling.
Ik wil niet luisteren naar jou. Verzamel je knechten en vertrek,
Bergafwaarts, door het dal, haast je over de vlakte;
Houd je scepter tussen de vijandige stiefbroers,
Zoons van mijn kracht, Huascar en Atahualpa.
Doe de strijd staken die het rijk met bloed besmeurt,
Ζo dat de sluwe vreemdeling daar geen gebruik van maakt.
Goud, vroeg hij jou? Geef het hem: honderd lasten goud,
Duizend. Als haat dit rijk van de Zon heeft ontbonden,
Zal het goud de haat brengen in de andere helft van de wereld,
Daar waar de indringer zijn monsters in de wieg heeft.
Geef hem het goud van de Inca: het zal de gelukkigste gift zijn.


8 december 1978

© Primo Levi


* Huayna Capac, keizer der Inca's, stierf in 1527, kort na de eerste landing van Francisco Pizarro in Tumbes. Men zegt dat een van zijn gezanten aan boord van het Spaanse schip heeft gegeten, en dat Ηuayna Capac op zijn sterfbed bericht kreeg van de aankomst der vreemdelingen.

Uit: Primo Levi Op een onzeker uur (Ad ora incerta). Gedichten, vertaald door Maarten Asscher en Reinier Speelman.
Amsterdam, Meulenhoff, 1984.

Geen opmerkingen: