zaterdag 9 mei 2009
Wormen van angst
KOOR DER GEREDDEN
Wij die gered zijn,
Uit wier hol gebeente de dood al zijn fluiten sneed,
Over wier pezen de dood al zijn strijkstok trok -
Onze lijven jammeren nog na
Met hun verminkte muziek.
Wij die gered zijn,
Nog altijd hangen de lussen voor onze halzen gedraaid
Voor ons in de blauwe lucht
Nog altijd worden de klokken der uren met ons druppelend bloed gevuld.
Wij die gered zijn,
Nog altijd eten de wormen van de angst aan ons.
Ons gesternte ligt in het stof begraven.
Wij die gered zijn
Vragen jullie:
Toon ons langzaam jullie zon.
Leid ons schoorvoetend van ster naar ster.
Laat ons het leven weer voorzichtig leren.
Anders zou het lied van een vogel,
Het vullen van de emmer in de put
Onze slecht verzegelde pijn kunnen doen openbreken
En ons wegschuimen -
Wij vragen jullie
Toon ons nog geen bijtende hond -
Mogelijk, mogelijk
Dat we uiteenvallen tot stof -
Voor jullie ogen vervallen tot stof.
Wat houdt toch ons weefsel bijeen?
Wij die ademloos geworden zijn,
Wier ziel naar Hem vluchtte vanuit het midden van de nacht
Lang voordat men ons lijf redde
In de ark van het ogenblik.
Wij die gered zijn,
Wij geven jullie een hand,
Wij herkennen jullie ogen -
Maar alleen het afscheid houdt ons nog bijeen,
Het afscheid in het stof
Houdt ons met jullie samen
Nelly Sachs
- vertaling uit het Duits: Huub Beurskens -
Chor der Geretteten (1947), uit:
Nelly Sachs (1891-1970) Gloeiende raadsels - gedichten, Amsterdam, Meulenhoff, 1979
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten