vrijdag 3 juli 2009

Sigarettengeur



ZOEN



De naaldhakken zijn uitgevonden door een meisje
dat altijd op haar voorhoofd werd gekust.
Sindsdien glimt het voorhoofd als schoensmeer
en de wenkbrauwenborstel poetst voortdurend
de elektriciteit van het oog, na de explosie
op de mijnen van de lippen.
Ik herinner me de eerste zoen, naast een citroenboom zonder
bladeren. Iemand had ons gezegd dat als we onze tanden met het blad

zouden inwrijven de geur
van de sigaretten zou verdwijnen. De mist had toen dunne vingers.

De hals van de stad was breed,
niet te wurgen en het meisje dat ik wilde wist niet dat de citroengeur

tussen de tanden
en de tong in mijn verbeelding langs de rand van haar gezicht

werd uitgesmeerd.


Ronny Someck



- op het Maastricht International Poetry Nights festival in 2006,
vertaling: Hilde Pach -




Later ook opgenomen in: Ronny Someck Blues van de derde zoen (bloemlezing), Maastricht, Azul Press, 2010


- illustratie uit betrokken bloemlezing © beeldend werk Ronny Someck -

Geen opmerkingen: