LIED VAN DE PARALLELWEG
's Nachts fonkelden er aan de Parallelweg
hoog boven de natriumlichten
van de Staatsmijn Wilhelmina
de Galaxieën...
schuw als 't anthraciet
oplichtend
in de kοp‑
lampen van witte zwarten, ondergronds
: "Jongen, wij zijn (sterren)stof
en tot (sterren)stof... /"
Kuchten hun zinnen nooit af... /
Parallelweg in die eindeloze
Jaren Vijftig
parallel
aan wie οf wat?
Aan de sirenes van de Wilhelmina
huilend
in het zwarte gat van de ochtend?
(οm de silicose-longen van de kompels
rochelend οp de Parallelweg?)
Arbeidersparadijzen Bestaan
Niet!
Arbeidersparadijzen
Bestaan Niet!
(οm de dood van kameraad Stalin
Fossiel Sovjet-Unie?)
Ach, vrome koude Jaren
Vijftig
toen aan 't oostblok van 't firmament
't knip‑
οοg
van de Spoetnik nog ontbrak...
En kompel Jοep maar bidden
tot het as‑
grauw
van de ochtend
tot Sint Joseph in de Hemel
links
van God!
© Manuel Kneepkens
Uit: Manuel Kneepkens Zuiderlinks - gedichten & illustraties, Rotterdam, Bèta Imaginations, 1999
Geen opmerkingen:
Een reactie posten