maandag 19 oktober 2009

Wimpergoud



's AVONDS




Er was muziek, een zoete wijs
Klonk in de tuin, onzegbaar treurig.
Een zilte zeelucht, fris en geurig,
Van oesters op een schotel ijs.

'Ik ben een ware vriend,' zei hij,
Terwijl zijn hand mijn kleren raakte.
Maar het gebaar dat hij zo maakte
Kwam een omhelzing niet nabij.

Zo aait men katten, zo aanschouwt
Men amazones, onbewogen.
Een lach slechts blonk er in zijn ogen
Onder het lichte wimpergoud.

En een viool met droeve klank
Die het gordijn van rook doorkliefde,
Zong zacht: 'De hemelen zij dank,
Voor 't eerst alleen met mijn geliefde.'


Anna Achmatova


- uit het Russisch vertaald door Margriet Berg en Marja Wiebes -

Gedicht van A. Achmatova (pseud. voor Anna Andrejenva Gorenko, 1889-1967) in:
Bloemlezing van de Russische poëzie, Leiden, Plantage, 1997.

Geen opmerkingen: