woensdag 25 november 2009

Geluk


BAAI


Het blijft en het blijft maar, het gaat
niet voorbij: een geel strand met lege stoelen,
een groene en blauw-groene zee met schelpjes,
grijzige bergen rondom, en over dit alles
een dun, lila, oudgeworden licht.

Het bewoog destijds, er bewoog iets eindeloos,
het was het ademen van de zee, het zachte schuren
van de scheepjes aan hun ankers, het langzaam
zwarter worden en verdwijnen van de baai:
er moest iets komen en het kwam, het kwam maar,
dit was geluk.

Blijft over iets roerloos, een moment waarin
het strand verlaten is, de zee stilgevallen,
de ankerkettingen zwijgen, het licht dat oude
lila houdt, en niets verdwijnt – waarin
de baai daar ligt zoals hij is, voorgoed,
en een verlangen, dat dit moment voorbijgaat.



Rutger Kopland



Uit: Rutger Kopland Voor het verdwijnt en daarna. Amsterdam, Van Oorschot, 1985

Geen opmerkingen: