vrijdag 25 juni 2010

Badzout



DEBUUT 1



Bevrijd van de tentamendruk had zij
voor zaterdag een vriend gevraagd te komen;
't was avond, kaarslicht, en zelfingenomen
stond er de dichtgekurkte fles rosé.

Maar zondagochtend ving met regen aan;
en de logé sloop, een ervaring rijker,
steels weg en nam zijn kleren van de spijker,
die onbeholpen in de kalk bleef staan.

Ze pakte van 't bureautje bij de muur
een mok en goot het restje thee naar binnen.
De woning sliep nog op dit vroege uur.
Ze lag in bad en voelde hoe in 't midden

de bodem bladderde, en plotseling
kroop toen de leegte, licht naar badzout geurend,
haar lichaam in door nog een opening
die na vannacht bekend was met de wereld.


DEBUUT 2


De hand die slinks de deur geopend had
bleek vies; hij stak hem in z'n jaszak weg en
toen liet het van de wijn teruggekregen
geld horen dat het in de voering zat.

De straat was leeg. Er dreven peukjes rond
in 't water stromend uit de regenpijpen.
Hij dacht weer aan het stucwerk en de spijker
en van zijn opgezwollen lippen klonk

een vloek. De leegte bleef onaangedaan.
Hij bloosde, met zijn eigen stem verlegen,
en was ter plekke door de grond gegaan
als net de trolleybus niet was verschenen.

Thuis kleedde hij zich haastig uit, vermeed
te kijken naar de sleutel die nu afhing,
op vele deuren past en stonk naar zweet,
nog niet bekomen van de eerste draaiing.



Joseph Brodsky


Uit: Joseph Brodsky Ex Ponto, gedichten 1961-1996. Ingeleid, gekozen en vertaald door Peter Zeeman.
Amsterdam, De Bezige Bij, 2000.
Ook in: De Poëziekalender 2006, uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam

Geen opmerkingen: