dinsdag 7 december 2010
Opgemetseld
BRIEF AAN DE MUIS IN MIJN HUIS
Sluw getrippel en weer terug,
ademteugjes drijven op de avondwind,
tuimelen bij herhaling binnen.
Wie sluipt hier in het donker rond,
schokkend door de nacht, jakkert
door mijn hoofd? Lenig ben je, mijn stem
houdt jou niet tegen op je kronkelpad.
Je haren onder hoogspanning, plooitjeshuid.
Waarom niet onzichtbaar in de tuin gebleven,
dromend van kleinigheden
waarboven de hemel zich spant?
Bevend van aandrang heb je mijn huis verkozen
- er is geen heen hier, muren heb ik
opgemetseld, geen uitzicht dan mettertijd de dood
achter het witte pleisterwerk, al stel ik die nog uit.
Tot hier dus en niet verder.
Laten we dít weten van elkaar,
nu het weer stil is op de vloer,
jij elders rondspookt,
een tijdspanne opgejaagd door eerzucht
en verlangen: wat zoek je toch
tussen de vlokken onder mijn bed -
je veile tanden in mijn veters, leren zolen,
noem dat maar pret, als je langs de afgrond loopt,
de klem vanzelf sluit. Iets in je hoofd
stelt vast: verman je, het is uit.
Dit ten afscheid - hoezeer het me spijt.
© Frans Budé
Uit: Frans Budé Bestendig verblijf, Amsterdam, Meulenhoff, 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten