donderdag 3 maart 2011

Lettergrepen



ONZE VOET VAN OORLOG




Wanneer wij de trap oplopen om middernacht
uit onze kleren te schudden, uit onze taal
en al te verwante bewegingen, dan weten wij
dat het bed waakt en wacht en wij,
moe en stoffig van zoveel dagelijkse revoluties,
er toch zullen in stappen op onze oude voeten
van oorlog en schimmelende wellust.


Soms bedrijven wij dan de almaar luiere liefde
als in een winterslaap, want wij hamsteren
onze driften en lieve woordjes niet meer,
verstoppen ons onder de grond van jaren
die ons een voor een hebben uitgegraven.


Maar meestal doen wij niets en wachten
op het vergeten dat wij naast elkaar liggen
begraven in dit bed, dit kilste, stilste
slagveld van lijfgeur en paringsdans,
van vroeggestorven warmtes, want nu
is het koud en voelen wij de trouwe nacht
als een loopgraaf onder de lakens.



*



Gegroet, meisje dat ik nog moet,
meisje ooit en nooit meer hier,
veel te hijgend verwoord, paars
en ijselijk word jij weer het december
van mijn verbeelding en groeit nu
mijn lettergrepen uit, jij laatste dag

van een jaar zonder ringen.



©  Y.M. Dangre


Twee gedichten uit: Y.M. Dangre Meisje dat ik nog moet, De Bezige Bij Antwerpen/WPG-uitgevers België, januari 2011


De oplage van Y.M. Dangre's  (1987) eerste dichtbundel Meisje dat ik nog moet was eind februari jl. in amper vier weken uitverkocht: een zeldzaamheid in de wereld van de poëzie, zeker voor een debuut.

Geen opmerkingen: