woensdag 6 april 2011
Nooit een lijf
AMSTELSTATION 7.1.76 / 9.15 uur
Je hebt me in de trein
opnieuw getroffen
er is geen beeld, er staat een scherm
van woorden
dat je aan het oog onttrekt
hoewel door jou gewekt en twintig jaar
geschaduwd
wist je altijd ongezien te blijven
men mocht niets meer van je weten
dat je in je brieven schreef
“Ik ben geschonden
en gebeten
maar ik leef”
je schreef
“Het sap
zal spoedig door de takken stromen”
jij overheilig wijf
je bent in alles
wat ik schrijf aanwezig
steeds het galgenaas van godgeleerden
kreeg je soms gestalte,
nooit een lijf
veel besproken en toch
onbeschreven ben je
slechts als tekstlichaam intact gebleven
men las liefde en seizoenen af
aan je gegroefde huidstructuur
winter duurde eeuwen;
kou vrat je niet aan
wat strijd om het bestaan was
werd de kunst van overleven
nog zijn de tijden guur en wij
al voor de oerschreeuw aangetast
nu ik je aanraak met mijn ogen
zie ik weer
de glans van donker woordglazuur
© H.C. ten Berge
in: Ons poëtisch dichtersland, Amsterdam, Vroom & Dreesmann, 1988
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten