MET DROEFHEID NEMEN WIJ KENNIS
Ze hadden een deken over hem gelegd,
ook over het hoofdje. Ik deed de deken
weg. Daar had hij altijd al
een hekel aan.
Het was géén afschuwelijk gezicht.
Eén oogje was open, daaraan
zag ik dat hij dood was.
Naar P. Hofstede
© Herman de Coninck
Uit: Herman de Coninck Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had - de mooiste gedichten (bloemlezing), gekozen en ingeleid door Kristien Hemmerechts.
Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten