Woestijnen
Je zult nooit zijn waar ik denk.
De sneeuw valt het hart in.
Ik denk je naam.
Ik kijk je aan.
Ik haal mijn blik van je gezicht.
Het is je plicht het mij te zeggen.
Ik lees je ogen.
Woestijnen met
zand vol onvruchtbaar land.
Waar ooit koren groeide
schieten nu distels uit kwartskristallen.
Salamanders leven daar.
Haal nog eenmaal je handen door mijn haar.
Wat liefde was ben ik verloren.
Je zult nooit zijn waar ik denk.
Niet eens meer vallende sneeuw.
Maar mijn wankelend hart bevroren.
© Wilma Blanken
- ongepubliceerd -
Geen opmerkingen:
Een reactie posten