Een steen
Dit is de straf:
hoe nergens ik ben.
De golf die mij doordook
heeft mijn oren vervuld
en ik zie niets.
Waar ik ook ga of sta
wordt niets toegevoegd,
niets gemist. Soms
in de vloer een plank kraakte;
of werd in de muur, die de wijn-
gaard omgeeft, een steen even
door een wijnrank aangeraakt.
© HANS FAVEREY
Uit: Hans Faverey Lichtval, Amsterdam, De Bezige Bij, 1981
Geen opmerkingen:
Een reactie posten