woensdag 29 juni 2011

Hoogste punt




Eigenlijk
zijn we
een fijne
schommeling


van liefde,
een en-
zovoort
van


beweging
en tegen-


beweging
tot 't


hoogste
punt van rust.



© Hans Andreus



Uit: Hans Andreus Verzamelde gedichten, Amsterdam, Bert Bakker, 1984

dinsdag 28 juni 2011

Grote lucht


Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen,
stil staan en kijken met mijn ogen open
en languit op de harde grond gaan liggen,
er mijn gezicht op drukken en niets zeggen.
Maar ’t meeste lijk je op de grote lucht erboven,
waar ruimte is voor buien licht en donkre wolken
en op de vrije wind daartussen,
die in mijn haren woelt en mijn gezicht met kussen
bedekt, zonder te vragen, zonder te beloven.


© Vasalis


Uit: M.Vasalis Op een vlot van helderheid, bloemlezing - gekozen en ingeleid door Hagar Peeters Amsterdam, Van Oorschot, 2009

Donsnacht


VOORTPLANTING



Droogbloeier, muurbloem, prikneus, franjezwam,
en witte onschuld, nimfkruid en scharlei,
brandende liefde, wilde chichorei,
bruidssluier, levensboom en hanekam.

Venushaar, gulden roede en karwij,
de brave hendrik en de tripmadam,
de springkomkommer en de borstelvlam,
vergeten blaasjeskruid en akelei.

Donsnachtschade en rimpelzaadwolfsmelk,
de zwarte vlekziekte en moederkoorn,
ooievaarsbek en basterdwederik.

Smak, kleinbloemdrakekop en dubbelkelk,
engbloem, de twijfelachtige andoorn,
de vreemde ereprijs, de bolderik.


© Jan Kal



Uit: Jan Kal 1000 Sonnetten Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1997

zondag 26 juni 2011

Motorpark


CONTRACT


'Whoa, all ye Pharisees and motherfuckers!'


Een man een man, ik heb een paard voor je gekocht.
Voor iedereen een paard, je bent een meisje dus je draagt een rok.


Ik schrijf niets op. In plaats daarvan zal ik een liedje voor je zingen.
Als vriend van de politie mag ik overal naar binnen.


Er is een vliegtuig en een motorpark, maar geen mens laat mij alleen.
Ze wachten met ontbijten totdat ik ben aangekleed.


De groene ziekenhuispyjama staat geweldig bij je haar.
Vertel het als je plassen moet, er is al voor betaald.


Ik heb een bus voor je gehuurd en pluchen dieren klaargelegd.
In elke hand leg ik een pil want niemand mag naar bed.




© Vrouwkje Tuinman




Uit: Vrouwkje Tuinman Wees niet wreed – gedichten voor Elvis Presley, Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2008

Aardappels


CLEARANCES 3




Toen alle anderen verdwenen naar de mis
Was ik geheel van haar, aardappels schillend.
Dat verbrak de stilte. Eén voor één vallend
Als soldeersel van de bout, met luid gesis.
Magere troost tussen ons, dingen om te delen
Die in een emmer helder water konden helen.
En weer een plons. Klein aangenaam geplons
Dat het werk dieper deed zinken voor ons.

Dus toen de priester, uit naam der parochie,
Uit alle macht bad aan de rand van je sterfbed
En de één reageerde, een ander slechts weende,
Dacht ik aan haar hoofd, gebogen als haar knie,
En haar adem in de mijne, onze vloeiende messen -
Nooit dichterbij in de rest van ons leven.


© Seamus Heaney




- uit het Engels vertaald door Peter Nijmeijer -



Uit: Seamus Heaney Het eerste koninkrijk - een keuze uit de gedichten 1966-1996,
Amsterdam, Meulenhoff, 1996

Hoedje


IN ANTWERPEN





Daar, op dat bankje werd ik ooit bedrogen,
in dit museum waar nog geen afdruk van
ons aan de wanden kleeft.

Een Vlaamse gaai doorboort een hoedje
van een vrouw die gezichtloos door de
ruimte zweeft. Foto’s zijn verboden.

Ik draag negen gedichten voor en niemand
weet dat ik van de tiende een hoedje heb
gevouwen dat sindsdien altijd in mijn tas woont.

Altijd lijkt lang voor een hoedje van nog geen dag
oud maar de seconden schijnen hem jaren toe.
Een dichter noemt je mijn vader.

De lens in je hand lonkt naar het bankje maar bedrog
laat zich niet makkelijk vangen. Maak geen foto,
bid ik stilletjes tot de tijd. Ik wil mijn ziel niet kwijt.


© Johanna Geels



Bron:  Voor het eerst gepubliceerd op Meander, literair e-zine, aflev. 416, 26 juni 2011

zaterdag 25 juni 2011

De zomer rondbrengen





de vader die zoals verwacht niet terug
kwam de moeder bracht de zomer rond in
haar merelzwarte dracht de dochter vond
een bruidegom die legde haar om kreeg
levenslang tot het mes van zijn celgenoot
bij een ruzie door zijn long heen schoot
die man schoor later gedwee zijn hoofd
daarmee maar sindsdien zingt hij te hard
en wipt hij veel te snel wanneer vannacht
de plas bevriest dan komt daarop een vel



© Herta Müller



Uit: Herta Müller De rokkenjager en diens bijdehante tante - collagegedichten,
uit het Duits vertaald door Ria van Hengel - Breda, De Geus, 2011

vrijdag 24 juni 2011

In haar richting


BRIEFJE




Briefje geschreven.
Tot een propje gedraaid.
Achter de rug van de leraar.
In haar richting gemikt.


Karin zien knikken.
Briefje in haar hand.
Gelezen dat ik vroeg:
‘Schat, loop je nu met mij?’


Warm en rood geworden.
Van zenuwen pukkel opengekrabd.
Karin verdomme.
Briefje was voor Els bestemd.



© Gil vander Heyden


 
Uit: Jan van Coillie Met gekleurde billen zou het gelukkiger leven zijn, bloemlezing,
Averbode (B.)/Apeldoorn, uitg. Altiora, 1996

zondag 19 juni 2011

Niets gebeurd


THUISKOMEN



zullen ze wat zeggen
en wat zullen ze zeggen
als ik de deur door kom
wat zie je er uit
je bent ver weg geweest
of zullen ze niets zeggen
en alleen maar kijken
of niets zeggen zelfs niet kijken
maar doorgaan met doen
net of er niets gebeurd is

hier ben ik dan
hun vriendelijke vreemdeling
ik spreek de taal der mensen
hoe is het weer
het is weer ja
het is weer nee
het is weer mooi weer
buiten



© Mischa de Vreede



Uit: Mischa de Vreede Met huid en hand, Amsterdam, uitg. mij. Holland (Windroosreeks), 1959.

Poëziedebuut  met o.a. het gedicht Een jong meisje droomt, dat in het jaar van publicatie meteen werd bekroond met de Poëzieprijs van de stad Amsterdam (sinds 1972 de Herman Gorterprijs, vanaf 2003 de Amsterdamprijs voor de Kunst ).

vrijdag 17 juni 2011

Arm afgezet


VAN DE GRIJPER



Een grijper
werkeloos en
groter
dan het klokhuis
van een kathedraal
gonst
van breekbare stemmen,
het stromend woord
langs,
het roemende water
over zijn stroeve arm,
afgezet,
minder wreed
binnenwater.


© Theo Verhaar



*



VAN DE STOOMLOC


Opeengehoopt
vierkant kraakbeen
blokkeert
de knie, wars,
en bloedeloos
van het wachten,
geronnen
en geronseld
door de roetzwarte
plek, gegrond
door de vertraagde
stoomloc,
die het gewricht
ontsluit.


© Theo Verhaar







 
Uit: Theo Verhaar (Rotterdam, 1954-1999) Alle gedichten, verzameld werk, Amsterdam, De Harmonie, juni 2011


Minuscuul op de achtergrond van de omslagfoto:
Theo Verhaar tussen de tanden van een grijper

woensdag 15 juni 2011

Scharnieren


toen ik de avondtrein miste zei ik tegen

de stationschef ik ga even op de bank
liggen hij zei mij best en bedreven
inspecteerde hij bij de spoorbomen de
geoliede scharnieren zijn klavieren
leken op de voorpoten van grote honden
die de watertorens mijden uit angst voor
hun lange schaduwzijden hij wilde weten
of ik aan mijn broer in de gevangenis
dacht ik vroeg ken je die dan hij zei
toevallig het was
onverwacht


© Herta Müller




Uit: Herta Müller De rokkenjager en diens bijdehante tante - collagegedichten,
uit het Duits vertaald door Ria van Hengel - Breda, De Geus, 2011

Landschap


XXIII





Jouw sporen, daar, in het bed, terwijl je naar de wasbak gaat. In de poriën, druppeltjes zweet. Je neemt water in je handpalm en verwijdert ze.
Terug, ga je op het bed zitten: je lichaam boven op je oude vormen. De
golven van het laken omringen je. Je hoort het gekabbel. Ondertussen
heeft je voet de plooien in de deken gladgestreken, zodat het water zich
terugtrekt. Grote bloemen bedekken nu het bed. Eén ervan gaat open: op
de rotsen, piepklein, slaapt een vrouw. Maar het landschap wordt nauwer,
de bloem gaat dicht en verdwijnt tussen de vouwen. De gil van de vrouw
weerklinkt op de muur tegenover en versplintert. Tussen de ijspegels van
cement komen grijze vogeltjes tevoorschijn, met poten van katoendraad.
Je sluit je ogen: platgedrukt door de oogleden, slaan de vogels waanzinnig
met hun vleugels en smelten vervolgens zonder spoor achter te laten. Je
hoort de bel en je voelt hoe de morgen zich om je heen oprolt.


©  Doina Ioanid



- uit het Roemeens vertaald door Jan H. Mysjkin -



Oorspr. prozagedicht nr. 23 uit Duduca di marţipan (Boekarest, 2000)

In: Doina Ioanid Het juffertje van marsepein, Rotterdam, Douane, 2011 - met vertaling en nawoord van Jan H. Mysjkin

dinsdag 14 juni 2011

Tennisschoen


‘De kinderen zijn wel geweest. Het hek staat open
en de vleermuis is weg. Ik zei, doe dat schrikdraad –
maar nee, meneer is thuis. Plant hij een vlag in een
tennisschoen, laat lopen die kraan. Wie maakt straks
de badkuip schoon. Als de lupine het redden wil en
kadetjes zijn gesmeerd. Goedbloed weet ondertussen
waar de wijkuitleen strandt. In een poncho, kan nog
beter gaan ronselen voor het vreemdelingenlegioen.
Wel. En wat zit je nou met die eend voor het raam.’


© Marc Kregting



Uit: Marc Kregting De gezel Amsterdam, Perdu, 1994

Snippers


ZOETWATERVIS

(Pesce d'acqua dolce)




Een lavarello is in Lombardije een vis die op de bodem van het meer leeft. Hij
heeft de kleine kop van wie weinig moet denken. Maar zijn vorm past zich aan de diepte aan. Zijn kleur is zilverwit. Binnen de grenzen van het koude, donkere water lijkt hij bedaard en lui.
Soms zie je hem liggen in een viskraam, het lijf bekroond met het felle rood van de kieuwen.




© Giampiero Neri

- vertaling uit het Italiaans: Ike Cialona -








DE BOOM

(The Tree)


De boom die mijn vader plantte
uit zijn tuin pak ik een bijl



en tak voor tak
breek ik de boom


en zet aan 't werk
miljoenen malle snippers,


het nachtvuur.
Alleen voor as blijf ik.


 
©  Daljit Nagra
 
 
- uit het Engels vertaald door Jan-Willem Anker -
 
 
 
Twee verzen van dichters die deze week te gast zijn op het Poetry International Festival in Rotterdam.
 
Oorspr. publicaties:
Giampiero Neri (Italië) Poesie 1960-2005, Milano, Oscar Mondadori, 2007. 
Daljit Nagra (Groot-Brittannië) Look We Have Coming To Dover! London, Faber & Faber, 2007.
 

Vertalingen hier uit festivalthemabundel: Chaos & Orde, Poetry International 2011,
Rotterdam juni 2011

vrijdag 10 juni 2011

De plek die ik ben




Leg je hand op mijn voorhoofd en zeg mijn naam

zodat ik ook deze dag veilig doorkom


Doina Ioanid - Roemenië (vertaling Jan Mysjkin)







Het was langzaam, als een kus van niemand.


Øyvind Rimbereid - Noorwegen (vertaling Roald van Elswijk)







Als je goed kijkt, kijk dan, is daar de
onzichtbaarheid voor wie haar willen zien.


Eduardo Espina - Uruguay (vertaling Mariolein Sabarte Belacortu)







De eenzaamheid komt tegelijk met de buurvrouw
van vijf hoog


Doina Ioanid - Roemenië (vertaling Jan Mysjkin)







Verbazend hoe er genezing is
in de lente


Erín Moure - Canada (vertaling Samuel Vriezen)







Sinds je vertrok ben ik aan het regenen op de weg


Daljit Nagra - Groot-Brittannië (vertaling Jan-Willem Anker)







zijn jullie een boom in bloei?
van welke bloem zijn jullie?


Eugène Savitzkaya - België (vertaling Rokus Hofstede)







panikeer noch breek je heup,
spuw geen puree naar personeel


Les Murray - Australië (vertaling Maarten Elzinga)







Maar wat als ook het doel beweegt,
moet je dan niet, om het te bereiken, ter plekke
blijven?


Ann Cotten - Duitsland/VS (vertaling Erik de Smedt)







Alles wat je door eigen geweten laat gaan, klopt
op de maat van je hartslag


Serhij Zhadan - Oekraïne (vertaling Eric Metz)








verbindt wie zoekt
met wie liever niet herkend wil worden


Giampiero Neri - Italië (vertaling Ike Cialona)







ik heb de hele keuken opgegeten
ook het vuur         en dat is niet fijn


Yan Jun - Volksrepubliek China (vertaling Audreij Heijns)







In het glas zie ik ook zonder bril goed.


Ion Mureşan - Roemenië (vertaling Jan H. Mysjkin)







zelfs het verleden kwam voorbij
over de stoep aan de overkant


Eduardo Espina - Uruguay (vertaling Mariolein Sabarte Belacortu)







Voorlopig leer ik de dieren springen
over de rotsen.


Armando - Nederland







Voor een kus verkwijnen bij knoeierig handwerk
jullie mild menselijke trekken.


Ann Cotten - Duitsland/VS (vertaling Erik de Smedt)







Elk van ons heeft de waarheid
Maar niemand bezit de werkelijkheid


Nazih Abou Afach - Syrië (vertaling Kees Nijland en Asad Jabar)







je bereikt de plek die ik ben


Amina Saïd - Tunesië (vertaling Maarten Elzinga)









Er zijn grenzen aan taal
Om te zeggen wat de boom deed.


Robert Hass - Verenigde Staten (vertaling H.C. ten Berge)










Meer dan twintig dichters uit de hele wereld zijn komende week live te zien en te horen op het 42ste
Poetry International Festival in de Rotterdamse Schouwburg,
van 14 tot en met 19 juni.

donderdag 9 juni 2011

Arie & Faas


VADERDAG




We liepen door de Lijnbaan
De zon scheen stralend warm
Van verre kwam een man aan
met een koninklijke gang
Ik zag dat het Faas Wilkes was
de voetballer des vaderlands
en stootte terloops m'n vader aan
Die deed oftie 'm dagelijks zag


Toen Wilkes op gelijke hoogte kwam
groette hij met geheven hand
'Ha die Arie...' 'Ha die Faas...'
Verbaasd keek ik m'n vader aan
Kende Faas Wilkes hem bij naam?
Ja wie kende Faas nou niet?
Daar was toch niks bijzonders aan?
Waarom hadtie mij dat niet verteld?
Waarom wél? Omdat elke vader dat
had gedaan! Hij was elke vader niet


Zwijgend vervolgden we ons weg
Er werd niet meer van gerept
Maar Wilkes zei m'n pa gedag
Dat pakte niemand mij meer af



© Jules Deelder



Uit: J. A. Deelder Ruisch, Amsterdam, De Bezige Bij, 2011

woensdag 8 juni 2011

In drie ploegen


op een keer regende
het melk op het huis

in 3 ploegen kwamen
alle katten drinken
de magere op de arm gedragene de
spitsneuzige die met slim genoegen
de hemel als privébezit in hun kop
droegen de verslagene de begravene
maar tevreden geworden
met de jaren – en overreden met
granaatrode poten waren de bulgaren
verreweg de mooiste van alle katten
in de dakgoten




© Herta Müller


Uit: Herta Müller De rokkenjager en diens bijdehante tante, een bundeling bijzondere collagegedichten van een Nobelprijswinnaar - uit het Duits vertaald door Ria van Hengel -
Breda,  De Geus, 2011.
Oorspr. titel Die blassen Herren mit den Mokkatassen [München, Carl Hanser Verlag, 2005].

Herta Müller, oorspronkelijk afkomstig uit Roemenië, ontving in 2009 de Nobelprijs voor Literatuur. 


Niet eens helemaal



Slap van de lach hangen wonderen over tafel,

niet eens helemaal uitgevouwen



Anne Vegter




- Schone regels, rondrijdend Rotterdams vuilniswagengedicht -

dinsdag 7 juni 2011

Speelvuur


MASKERS



De man die vrolijk met zijn masker speelde
Totdat het uur sloeg dat zijn waar gelaat
Muurvast één leven met zijn masker deelde:
Als kind al maakte dat verhaal me kwaad.

Zoiets was zuur. Straks, als ik groot zou zijn,
Zou ik bewijzen dat het anders kon:
Dat ieder masker veilig, zonder pijn,
Weer van je hoofd kon, als een capuchon.

En lang heb ik daar heilig in geloofd.
Op niets bedacht hield ik mijn aard verborgen
Opdat die, als mijn speelvuur was gedoofd,
Zuiver zou blijken als de eerste morgen.

Nu ben ik oud, alleen om te erkennen:
't Verhaal is waar. Het masker gaat niet af.
Het is alsof je aan de hel moet wennen.
Het is alsof je kijkt in een leeg graf.



© Gerrit Komrij


Uit: Gerrit Komrij Alle gedichten tot gisteren Amsterdam, De Arbeiderspers, 1999

Adem gulzig


UITGESPROKEN



praat met mij en doe dat
honderduit, vertel me zwijgend
waarover een leven gaat
hoeveel tederheid er nodig is
en adem gulzig tot het eind

spreek dit lichaam zonder
een spoor van schroom, spreek
het, spel het volledig uit
laat me duizelen breng me
in totale ademnood geef je

eindelijk helemaal bloot



© Marc Tritsmans


 
 
 
 
Uit: Marc Tritsmans Studie van de schaduw, Amsterdam, Nieuw Amsterdam, oktober 2010

Dit nieuwste werk van Tritsmans werd bekroond met de Herman de Coninckprijs 2011 voor de Beste Dichtbundel van het afgelopen jaar.

Bovenstaand vers werd op de jongste Gedichtendag, eind januari jl., door duizenden online-stemmers ook gekozen tot winnaar in de categorie het beste gedicht van dezelfde prijs.

maandag 6 juni 2011

Even geen zon



al dat hout
bij de haard
voor één vuur

warmte vergt
jaren groei



Willem Hussem (1900-1974)


'muurgedicht' van plakletters van Plint - poëzie en beeldende kunst, Eindhoven.


Van Willem Hussem zijn ook deze twee regels:

waarom die haast
weet jij wanneer je werk af is

zaterdag 4 juni 2011

Op zoek


KOERIER




Al dagen rijdt een pizzakoerier
onverstoorbaar rondjes door de buurt,
op zoek naar een adres misschien.

Kijk, daar staat hij op je stoep. 
Zijn helm roept iets maar hij kan je
('Ik kan je niet verstaan!') niet verstaan.

Toch blijft de helm op het hoofd.
Alles verdubbelt: zo komen we
nooit voor verrassingen te staan.

Als een koerier de weg kwijtraakt
volgt hij het spoor niet terug.
En ik blijf staan waar ik sta.

Zijn voorwiel slingert meer dan
zijn achterwiel. Misschien
kan hij het nog laten maken.


© Victor Schiferli


Uit: Victor Schiferli Toespraak in een struik, Amsterdam, De Arbeiderspers, 2008

vrijdag 3 juni 2011

Walskeizer André


DONAUSAURUS




Monsieur Mosasaurus is zo idolaat van de Maas

Hij wil niet langer op wonderbare visvangst
in het Meer van Genesareth of het Meer van Genève
of in het whiskybruin Loch Ness

Hij wil terug naar Maastricht

& een lease-auto wil hij & een driedelig krijt-
streeppak
& een vaste job op het Gouvernement

& een Madonna, warmbloedig
om een cosy gezinnetje mee te stichten
van petieterige Mosasauri, vers uit het ei

O, Sterre der Zee!

Helaas! De Mosasaurus is extinct!
De versteende grijns van zijn kakement
rust
in het Natuur Historisch Museum van Parijs


voorgoed ver van de Maas…


Speelt daarom heden Herr Donausaurus
die zwierige Walskeizer van op het Vrijthof
de eerste viool in Maastricht?

Fiedelen gaat niet van Fidel Castro

Fiedelen gaat van… Schönbrunn ♫
Sissi ♫
Sachertorte ♫

Zeg, Maastricht, sinds wanneer klinkt
de parelmoergrijze Maas
dieper blauw dan de Donau?

Nom de Rieu!



© Manuel Kneepkens


(2011, ongepubliceerd)

Meneren


zoveel vreemde meneren in mijn slaap

die hun ogen ten hemel werpen
als ik iets geks doe

gij zult niet buitenissig zijn

ogen op stokjes
als een slak
maar hun gezigt wit
ingekeerd

en de mond hangt draadvomig naar beneden
tog ben ik er niet helemaal bij
(ik ben zelf een zak die weggeslingerd wordt)


© Sonja Prins


Uit: Sonja Prins (1912-2009) Notities, Amsterdam, De Bezige Bij, 1973

donderdag 2 juni 2011

As


WOORDJES LEREN *





Jongens, heb je verdriet,
sprak toen de leraar Grieks,

dan moet je woordjes leren, woordjes
leren. Hij knikte energiek

zodat er as viel op zijn vest,
maar dat was toch al vies.

Wij lachten halfvertederd,
halfmeewarig, want tragiek

daar wist je alles van en hij,
heel oud, haast vijftig, niets.

En dat het overging als je maar
woordjes leerde, dat was iets

zo absurds, zo dolkomieks
dat het in omloop kwam als een

gevleugeld woord. Het klapwiekt
nu verdrietig om mij heen

omdat ik later woordjes leerde
waarmee je 't monster kunt bezweren

en ik hem niet meer zeggen kan
hoe ik soms naar die stem verlang,
naar dat onhandige advies.




© J. Eijkelboom



In: De Tweede Ronde, zomernummer 1990.



* Ter herinnering aan de dappere, kleine onafhankelijke poëzie-uitgeverij Wagner & Van Santen te Sliedrecht die na een tijdelijke inactiviteit dezer dagen noodgedwongen definitief de handdoek in de ring heeft geworpen.


De site van Wagner & Van Santen meldt de ondergang in drie regels:  "Zoals veel collega-uitgeverijen heeft ook Wagner & Van Santen het treurige besluit genomen te stoppen met uitgeven. Het is daarom niet meer mogelijk langs deze weg boeken te bestellen. Het ga u goed."

Wagner & Van Santen werd in 1996 opgericht door beeldend kunstenaar-vormgever Richard van den Dool en Carolien van Santen. Bij de uitgeverij die zich specialiseerde in vertaalde poëzie verschenen ruim 70 titels, veelal tweetalig: o.a. werk van W.B. Yeats, Walt Whitman en Emily Dickinson (in de vertaling van J. Eijkelboom, op wiens homeground bij de Merwede de uitgeverij zowat gevestigd was). Volgens de letterennieuwssite DePapierenMan.be onderscheidde de ter ziele gegane Sliedrechtse kwaliteitsuitgever zich ook door een "opvallend verzorgde vormgeving en de luxueuze afwerking, waarbij alles grote boekenliefde uitstraalde".
Het fonds van Wagner & Van Santen en de distributie van de resterende boeken wordt na de zomer overgenomen door het PoëzieCentrum van Willy Tiberghien in Gent (B.).

 
Nog meer slecht nieuws voor de liefhebbers van het goede en mooie boek: ook boekhandel De Balustrade van Folco de Jong en Christine Bosch in Rotterdam-Delfshaven sluit na drie jaar de deuren. De boekwinkel, een fris initiatief voor een avontuurlijk, jonger lezerspubliek in een multiculturele omgeving, stopt er eind juni voorgoed mee. Maar in stijl: Out with a bang!
Schrijver Marcel Möring gaf afgelopen week alvast het startsein voor een vrolijke begrafenis: de uitverkoop.
Internetbestellingen, de e-reader, de tijdgeest, lokale omstandigheden, crisis in het boekenvak... wie draagt de schuld?
De eigenaren van de laatste zelfstandige boekwinkel in Rotterdam-West houden het bij deze schriftelijke verklaring aan de verbouwereerde cliëntèle: "Onze literaire kring is in de tussentijd aardig uitgebreid, en daar zijn we heel blij mee! Helaas is onze omzet niet genoeg gegroeid om een levensvatbare onderneming op te bouwen. Vandaar dat we hebben besloten, en dat was moeilijk, om te stoppen. Graag nodigen wij u uit om onze derde en laatste verjaardag mee te vieren.  Geneert u zich niet om lekker rond te komen kijken. Het zou fantastisch zijn als iedereen ons helpt om alle boeken de deur uit te krijgen. Dus trommel al uw familie, vrienden en kennissen op, maak er een personeelsuitje van, koop cadeautjes voor de rest van het jaar of trakteer uzelf alvast op wat vakantieboeken!
Daarna heffen we graag het glas of het flesje met u op de mooie jaren die we samen beleefd hebben."

woensdag 1 juni 2011

De dagen aan tafel


L’ISLE-SUR-LA-SORGUE





Kijken we naar de rivier, de brug komt later,
het hoge, okergele huis, de sliertige rook
die verwaait boven het kalme water,
talmende vissers bij strakgespannen draden.


Ook is er de sluwe reiger, zijn lege blik
naar onbekende vertes, hij verdwijnt voorbij
de stad waar de rivier het water haalt,
blauwe luchten schept, glimmende vissen


voor het uitgezette net. En thuis,
de dagen aan tafel, verplaatsen we ons
in gedachten, ontdekken vogels en moerassen,
verscholen in de coulissen van de nacht.




© Frans Budé


Nieuwe poëzie, gedicht van Frans Budé in: De Brakke Hond, Vlaams letterentijdschrift, voorjaar 2011